dinsdag 14 mei 2013

Geloven in de Opstanding als Syrious Mission - preek Wezenzondag 12 mei 2013



Geluidsfragment/podcast via kerkomroep.nl


Vandaag is het de zondag na Hemelvaart en de zondag vóór Pinksteren. Hemelvaart was de veertigste dag na Pasen. Pinksteren is de vijftigste dag na Pasen, en daar komt het woord Pinksteren ook vandaan, van het Griekse woord voor vijftig. Op de veertigste dag na Pasen zien de leerlingen Jezus aan hun zicht onttrokken worden als hij opstijgt naar de hemel, zo vertelt het verhaal. Er zijn dan twee engelen die zeggen: ‘Galileeërs, wat staan jullie naar de hemel te kijken? Jezus, die uit jullie midden in de hemel is opgenomen, zal op dezelfde manier terugkomen als jullie hem naar de hemel hebben zien gaan.’ De woorden van de engelen zouden de leerlingen moeten herinneren aan woorden die Johannes heeft opgeschreven en die we vandaag lazen. Jezus had gezegd in zijn laatste grote toespraak: ‘Ik laat jullie niet als wezen achter, ik kom bij jullie terug.’ Van dit vers stamt de naam af voor deze zondag: Wezenzondag, of Zondag van de Weeskinderen. De leerlingen blijven verweesd achter, weten even niet wat ze er allemaal van moeten vinden en wat ze moeten verwachten. Ja, Jezus heeft hen in vlak daarvoor in het verhaal van Johannes een pleitbezorger belooft, de Geest, die, zegt Jezus, altijd bij je zal zijn. Maar nu, nu leven de leerlingen een beetje tussentijds. Tussen de veertigste dag dat Jezus weg gaat en de vijftigste dag dat de Geest komt. Ze zoeken nog naar de spirit, de energie en de inspiratie om hun geloof in de opgestane Christus te laten zien en te verkondigen.

Want dat is waar het allemaal om draaide na Pasen. De leerlingen zaten verborgen ergens bij elkaar, weg uit het zicht van alles en iedereen. Het was voorbij, zo leek het. Voorbij met Jezus, en voorbij met zijn dromen en idealen. Zijn woorden leken gesmoord in zijn dood. En toen kwam er dat getuigenis van een paar vrouwen, en van enkele leerlingen die zeiden: Jezus is niet dood. Hij leeft! En vervolgens verscheen Jezus aan de leerlingen. En toen bleek pas waar het allemaal echt om te doen was geweest. Niet eens zozeer om wat Jezus allemaal bij leven deed, want dat leek verloren toen Hij dood was. Nee, alles wat Jezus zei en deed en voorspelde en droomde kreeg zin omdat Jezus niet dood bleef, maar opstond uit de dood. Zijn Opstanding wierp een totaal ander licht op Jezus’ leven. Voor ons is dat misschien logisch, maar voor de leerlingen die op dat moment dachten: dood is dood; voor hen was dat totaal nieuw!

En de Opstanding werpt niet alleen een ander licht op Jezus’ leven, maar ook op ons leven. En dat is waar de engelen ook op doelen als ze tegen de leerlingen zeggen dat ze niet zo naar de hemel moeten staren. Het effect van de Opstanding op ons leven gebeurt niet daar in de hemel, maar hier op aarde. Hier krijgt ons leven nieuwe glans door de opstanding. Nieuwe hoop, nieuwe kracht, nieuwe energie en creativiteit. Want het geloof in de opstanding is niet iets om bij weg te dromen. Geloof in de opstanding wordt zichtbaar vanuit ons aardse bestaan. Het is daarop dat Paulus doelt als hij zo buitengewoon ingewikkeld over de opstanding praat. Hij schrijft een hoofdstuk lang aan de inwoners van het toenmalige Korinthe over de Opstanding, omdat dit voor hem het kernthema is van het geloof. Want daar is veel discussie over. Wat is dat dan en hoe kan dat dan? Paulus zegt vandaag: ‘Zo staat er ook geschreven: ‘De eerste mens, Adam, werd een levend, aards wezen.’ Maar de laatste Adam werd een levendmakende geest. Niet het geestelijke is er als eerste, maar het aardse; pas daarna komt het geestelijke. De eerste mens kwam uit de aarde voort en was stoffelijk, de tweede mens is hemels.’ Wat Paulus hier denk ik mee bedoelt te zeggen is dat je niet moet denken dat die opstanding alleen maar iets geestelijks is. Het aardse was er eerst. Hij gaat daarmee in discussie met mensen die geloven dat we als een vonkje van het goddelijke op aarde neerdalen, dan een tijdje gevangen zitten in het aardse, en vervolgens weer verlost worden en als een goddelijk vonkje met God verenigd worden, of zelfs zelf God zijn. Een wijdverbreide gedachte. Die gedachte komt er dus op neer dat het leven hier enkel maar bijzaak is, en een behoorlijke last ook. Dat we er zelfs in gevangen zitten en dat de verlossing, onze redding dus bestaat uit een bevrijding uit dit aardse bestaan terug naar het geestelijke bestaan. En Paulus zegt: neen! Ja, er moet opstanding zijn door alles wat doods is heen. Want er is veel doods, er mislukt veel en veel mensen zitten op een dood spoor, of leven letterlijk of figuurlijk zonder toekomst. Er is opstanding nodig. Wat de eerste Adam niet voor elkaar kreeg, kreeg de tweede Adam, Jezus wel voor elkaar. Het doodse patroon doorbreken van wat mensen elkaar aandoen en wat mensen overkomt. En die tweede Adam, ja, die staat voor een geestelijke werkelijkheid. Maar niet zonder de aardse werkelijkheid. Het is déze wereld die herschapen wordt. We keren niet zomaar terug naar een geestelijke werkelijkheid na onze dood. We zijn gemaakt in deze wereld. We kwamen zogezegd met de eerste Adam uit de aarde voort, en deze wereld wordt opnieuw, geestelijk herschapen.

Dus: als wij geloven vanuit die Opstanding, dan doet dit leven en dit aardse bestaan er wel degelijk toe. Want dit leven wordt herschapen. Het is geen wachten op een ander bestaan. Het is geloven in een nieuw bestaan. Dat terugstraalt op dit leven. En ons leven hier in een nieuw licht stelt. Dus is het geloof in de opgestane Jezus er niet om naar de hemel te staren, maar om op weg te gaan. Hier is het te doen. En vandaag, op deze Wezenzondag, is dan even de vraag hoe we dat doen als Jezus terugkomst op zich laat wachten en we de Geest nog niet hebben om op te staan. Dat is waarom deze zondag heel dichtbij kan komen. Deze zondag gaat over het verweesde gevoel in je eentje te moeten geloven zonder dat je Jezus ziet en de Geest voelt. Het verhaal is mooi, maar als je er weinig bij voelt. Of als alles in je leven het tegenspreekt. Hoe sta je op dan? Waar haal je de kracht vandaan? Voor dat verweesde gevoel bidden we straks.

En dan is het vandaag ook nog Moederdag. Wezenzondag en Moederdag op een en hetzelfde moment. Dankbaar zijn we voor de moeders die kinderen op de wereld zetten die de toekomst hebben. En verweesd voelen zij zich, die hun moeder moeten missen. Voor ons betekent dat vaak dat we in de loop van ons leven onze ouders verliezen. Zoals dat gaat. Maar toch. Het blijft je moeder, je vader, en ben je dan ineens geen kind meer? Het is altijd een ingrijpend moment voor mensen als ze hun laatste ouder wegdragen naar zijn graf, en dat zijzelf dan nu de oudste generatie zijn. Vaak ben je allang geen kind meer, en leid je al lang een volwassen leven, maar toch, je blijft een kind van je ouders en blijft nu al wees achter. En de een kan daar beter mee omgaan dan de ander. De een voelt zich verweesd, en de ander zegt: zo is het goed.  

Het is niet iedereen gegeven zijn moeder, zijn vader, op hoge leeftijd uit handen te moeten geven. Wie een ouder jong verliest, blijft met een gat in zijn leven achter dat moeilijk is op te vullen. En hoe dan ook, het tekent je. En je neemt het je hele verdere ontwikkeling mee. Je zult het voor een deel nu veel meer zelf moeten doen. En wat dan te denken van oorlogswezen? Deze week sprak ik met iemand van de oudste generatie, en die vroeg me wat we nu eigenlijk zouden kunnen bidden voor Syrië? Wat zouden we van God kunnen verwachten en bovendien, wie zijn de goeden en wie de kwaden?

In ieder geval is het niet de kinderen aan te rekenen. En zij zijn het kind van de rekening. Zij hebben geen deel aan het conflict, maar dragen wel de zwaarste lasten. Ze kunnen geen kind meer zijn, van huis en haard, en soms ook van hun ouders, dood of levend, verdreven. Toen ik over deze Wezenzondag twitterde, wees een vriend van de theateropleiding waar ik op gezeten heb, mij op een project waar hij zich voor inzet: Syrious Mission. En in de schrijfwijze van Syrious zit een verwijzing naar Syrië. Het is een bijzonder muzikaal project om gevluchte kinderen, veelal wezen, in veilige gebieden met muziek weer terug te brengen naar hun kind zijn. En ze daarin wat troost te geven en nieuwe kracht. Kracht om te leven in plaats van te overleven. Wat mij betreft is dat een voorbeeld van niet naar de hemel staren, en ook niet blijven bij de aardse werkelijkheid, maar vanuit de hoop op een nieuwe wereld door de oorlog heen kijken, en de kinderen zien: nieuw leven. Als we hen steunen, blijven ze weliswaar als wees, maar minder verweesd achter en krijgen ze geestkracht om verder te gaan. Als nieuwe mensen, nieuwe adammen, door muziek herboren.

Het gedicht dat Martijn Zohlandt voordroeg naar aanleiding van Syrious Mission is het volgende:


Een lied tegen de derde wereldoorlog
Wij die met eigen ogen de aarde zien verscheurd
maar blind en onmeedogend ontkennen wat gebeurt:
dat oorlog is geboden en vrede niet mag zijn,
dat mensen mensen doden dat wij die mensen zijn.
Wij die nog mogen leven van hoop en vrees vervuld,
aan machten prijsgegeven aan meer dan eigen schuld,
wij die god weet hoe verder tot hiertoe zijn gespaard,
dat wij toch nooit erkennen het recht van vuur en zwaard.
Dat wij toch niet vergeten waartoe wij zijn gemaakt,
dat diep in ons geweten opnieuw het licht ontwaakt,
dat in ons wordt herschapen de geest die in overleeft,
dat onze lieve aarde nog kans op redding heeft.
Huub Oosterhuis

Geen opmerkingen:

Een reactie posten