dinsdag 18 september 2012

Energie voor vrede - overweging in de vredesweek 2012


Dit jaar is het thema van de Vredesweek Energie voor vrede. Dit jaar wordt onze aandacht gevraagd voor hoe grondstoffen grond kunnen zijn tot conflicten. En we willen nadenken over hoe deze juist bron van vrede kunnen zijn.

We weten allemaal hoe belangrijk het is dat mensen voldoende te eten en te drinken hebben. Dat zijn de grondstoffen die we nodig hebben om te leven. Zonder voldoende voedsel en drinkwater kun je erop wachten dat er conflicten uitbreken vanwege schaarste.

Maar overvloed kan eveneens een bron tot conflict zijn, namelijk als de overvloed op de ene plaats gewild is op een andere plaats waar er schaarste is. Dan wordt de overvloed op de ene plek een heel waardevol bezit. Ook daar kun je wachten op conflicten tussen mensen die de macht willen krijgen over dat waardevolle bezit.

De overeenkomst tussen deze twee voorbeelden van schaarste en overvloed is dus dat mensen strijden om dat wat heel veel waard is en gewild is in de wereld.

We focussen ons vanavond op grondstoffen die veel waard zijn in de wereld, waar veel vraag naar is in de wereld, maar die een bron tot conflict zijn op de plek waar deze stoffen in de grond zitten. Aan welke kant staan wij in dit verhaal? Wij staan aan de vragende kant. Wij hebben die grondstoffen nodig voor de producten die wij willen kopen en de levenswijze die wij erop na willen houden.

Het bekendste voorbeeld is natuurlijk olie, dat slechts op bepaalde plekken in de wereld te vinden is, maar overal in de wereld nodig is om economie en ons in beweging te houden. En dan gaat het ons nu niet om de vraag of de grootmachten van deze wereld ingrijpen in bepaalde gebieden omdat ze ook belang hebben bij de olie die er wordt gewonnen. Het gaat ons erom dat intern in deze gebieden de aanwezigheid van olie bron kan zijn tot conflict tussen mensen. En dat geldt niet alleen voor olie. Dat geldt ook voor bepaalde metalen die nodig zijn voor de accu’s van onze mobieltjes en van de nieuwe elektrische auto’s. En het geldt voor steenkool, dat gebruikt wordt voor de opwekking van onze elektriciteit. En vergeet ook de edelmetalen niet als goud. Of edelstenen als diamanten, waarvan de mijnen plaatsen van conflicten zijn.

Dat deze conflicten uitbreken is toch eigenlijk vreselijk zonde. En dan doel ik nog niet eens op het kwaad op zich, maar op het feit dat deze grondstoffen toch eigenlijk gratis rijkdommen zijn, bodemschatten worden ze terecht genoemd, waarmee landen zich juist zouden kunnen ontwikkelen. Dankzij die bodemschatten zouden landen zich zo kunnen ontwikkelen dat kinderen naar school zouden kunnen gaan en mensen de mogelijkheid zouden kunnen krijgen  om zich te ontplooien. Het is toch eeuwig zonde dat behalve schaarste, ook overvloed, dat behalve armoede, ook rijkdom, bron tot conflict is. Het is toch zonde dat van de opbrengsten van deze grondstoffen in conflictgebieden in plaats van eten, kleding, onderwijs en gezondheidszorg, wapens worden gekocht om de grondstoffen te verdedigen of nog meer te bemachtigen?

Gaan wij helemaal aan deze schuld voorbij? Niet helemaal. Hoezeer wij ook weinig aandeel hebben in de keuzen die de krijgsheren en de multinationals maken, doordat we mee profiteren van de grondstoffen worden we wel medeplichtig. Dat is heel moeilijk, want probeer er maar eens wat aan te doen. Je kunt een bank kiezen die niet investeert in conflictgebieden, overstappen op groene stroom in plaats van stroom uit kolen, maar daar houdt het wel zo’n beetje mee op? En, los van het milieuaspect, zit het hem niet in de grondstoffen zelf, maar in het systeem eromheen, of de chaos die door conflicten wordt gecreëerd.

Maar we kunnen ons wel ervan bewust worden en langzaam het tij keren, waar we mensen die er wel wat aan kunnen doen kunnen bewegen om hun energie in vrede te steken, en niet hun winst uit conflicten te halen. Daarom is het vredeswerk ook zinnig om te steunen. We kunnen en hoeven het niet alleen te doen. Laten we ons ervoor inzetten dat we wijs omgaan met onze rijkdommen, en dat het ten goede komt aan mensen.

Het boek Job is op zoek naar die wijsheid. Job ziet de mens zoeken naar bodemschatten, naar rijkdom. Maar, zegt hij: waar is de wijsheid te vinden? Waar moet je die zoeken? Wijsheid staat, als ik het heel kort zeg, voor de geestkracht van God. Vrouwe wijsheid, een vrouwelijk beeld, is het beeld voor de Geest van God, die in het Oude Testament ook vrouwelijk is. Zonder de wijsheid, zonder de Geest is er niets. Het is de Geest die over de oervloed zweefde. Die maakte de wereld zinvol. Die maakte dat de wereld meer was dan een hoop materie. De Geest schiep er orde in. En zo kreeg alles een zin, een doel. Daarom geloven we dat het leven niet te vinden is in grondstoffen op zich, want we zien hoeveel conflicten erdoor kunnen ontstaan. Er is wijsheid voor nodig om ze goed te benutten. En dán, en alleen dán, kunnen mensen er werkelijk een goed leven door krijgen.

En die wijsheid, die is bij God te vinden. En daarom zijn we dus ook hier. We worden er vandaag weer aan herinnerd dat je geen goed leven vindt door enkel te denken hoe je zoveel mogelijk winst uit bodemschatten kunt halen. Economische groei moet niet betekenen dat de aarde, en dus ook de schepping wordt uitgeput. Onze energie en onze geestelijk groei moeten we halen ontzag voor God, vertelt Job. Dat is wijsheid. Het kwaad mijden – dat is inzicht. Korte termijn winst weegt niet op tegen het verlies van zoveel meer langduriger geestelijke winst als we goed omgaan met de bodemschatten die we gratis krijgen.

Die langduriger geestelijke winst kunnen we behalen door ontzag voor de Heer en het kwaad te mijden, zegt Job. Jakobus maakt dat heel concreet door te zeggen: minacht elkaar niet op basis van armoede. Kijk dus niet naar een ander met een blik van wat er bij hem te halen valt. Nee, heb uw naaste lief als uzelf. Dat is het Koninklijke gebod, zegt Jakobus. Als een mens dus wijsheid zoekt en vindt bij God, dan moet ons dat actief maken. We moeten laten zien wat de wijsheid inhoudt. Jakobus zegt: zonder daden is geloof zinloos. Geloven dat het beter zou zijn als we anders met grondstoffen om zouden gaan, maar ja, we kunnen er niets aan doen, dus laat anderen maar goed doen, en wij leven gewoon door; dat is geen geloof zegt Jakobus. Als iemand zegt: ‘De een gelooft, de ander doet’, dan antwoordt Jakobus: Laat mij maar eens zien hoe je kunt geloven zonder daden. En: Wilt u het bewijs dat geloof zonder daden nutteloos is? Werd het onze voorvader Abraham niet als een rechtvaardige daad toegerekend dat hij zijn zoon Isaak op het altaar wilde offeren? U ziet hoe geloof en handelen met elkaar hand in hand gaan, en hoe het geloof vervolmaakt wordt met daden.

Het gaat hier niet om de moeilijk te verkroppen vraag van God aan Abraham zijn zoon te offeren. Het gaat er wel om dat God Abraham rechtvaardig verklaart om wat hij doet, en niet alleen omdat hij gelooft.

Voor ons betekent dat dat ons leven betekent ons bewust te worden van onze rijkdom en hoe we die gaan inzetten. Dat vraagt misschien om offers, maar het is de grondstof van ons geloof, en daarmee van ons eeuwig leven. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten