zondag 13 juli 2014

Hoe afhankelijk ben jij van alles wat moet? (preek 6 juli 2014)


Beluister de preek op Kerkomroep (tot zes maanden na publicatie)

Het is inmiddels volop zomer. Velen zijn al met vakantie gegaan. En als straks de scholen ook vakantie hebben dan is het echt zomervakantie. Allerlei alledaagse dingen gaan even voor kortere of langere tijd op een lager pitje. Soms moeten dingen nog snel af, maar daarna rennen we eens even wat minder hard. En of het dan die ene dag op het strand, of een paar weken weg is; het staat dan in het teken van even niets moeten...

Kennelijk moeten we nogal veel. Ja, ga maar na: naast werk en school hebben we allerlei verplichtingen. En als je gepensioneerd bent of de kinderen uit huis zijn vragen velen zich af en toe af hoe ze dat werk en die opvoeding er nog bij deden. We moeten veel. Niet iedereen heeft de luxe om even niets te moeten. Sommige dingen gaan gewoon door. Denk maar aan mensen die voor een naaste zorgen. En niet voor elke ouder is de zomervakantie een even grote ontspanning, met zes of zeven weken je kinderen thuis. En toch is dat wel ons ideaal: even niets moeten.

Juiste balans?
Vandaag vraag ik me af of dat de juiste balans geeft? Door naast de langere tijd waarin we van alles moeten, een kortere tijd te zetten waarin we even niets moeten. En waarom vraag ik me dat af? Omdat ik denk dat wanneer het in de bijbel over onze bevrijding gaat, dat toch gaat over ons hele leven. En niet alleen over onze momenten dat we even niets moeten. En: dat die bevrijding niet inhoudt dat we even niets moeten, maar dat we er niet door geleefd worden. Waardoor ons hele leven bevrijd is. Dan vinden we werkelijk rust. Zonder dat het vakantie hoeft te zijn.

Waar ga je voor? Macht of eigenwaarde?
Laten we eens even kijken hoe de bijbelverhalen van vandaag daarover spreken.
De profetie van Zacharia herkennen velen van Palmpasen. Het is het verhaal dat het beeld bepaalt van Jezus die als koning op een ezel Jeruzalem binnenrijdt. Een soort sneak preview. Maar de profetie heeft ook een plaats in zijn eigen bijbelboek. Het bijbelboek is geschreven in een tijd waarin de vrijheid van het volk van Juda op het spel staat. En niet eens zozeer vanwege aanvallen door de omliggende grootmachten, maar door wat de eigen vorsten doen. Los van wie er in de wereld heersen, is er de vraag wie of wat je wilt dat jou beheerst? Er zijn grotere en kleinere machten in de wereld. De een blijkt het daarin meer voor het zeggen te hebben dan de andere. Maar wat doe je daarmee? Pap je aan met de groten der aarde, om er zelf ook beter van te worden? En hoever ga je dan daarin?

Macht trekt aan. En niet alleen omdat het een uniform draagt. Het voelt veilig en het geeft zekerheid. Wie het sterkst is in de wereld, lijkt het betrouwbaarst. Maar nu komt het: om vriendjes te worden met de machtigen op aarde, moet je je aanpassen. Je moet wel in dat uniform passen, of dat waard zijn. En wie macht heeft, kan eisen stellen. En ben je dan nog jezelf? Helemaal tricky wordt het de machtsverhoudingen verschuiven. Wat doe je als je op het verkeerde paard blijkt te hebben gewed? Ga je je dan weer aanpassen?

De tijd van Zacharia is een tijd waarin koningen in deze tweestrijd zitten: blijven ze trouw aan zichzelf en aan God? En spelen ze het machtsspel mee voor zover het in het belang van hun waarden is? Of laten ze hun oren hangen naar het grote geld en de grote macht, en leveren ze zichzelf daarmee uit? De tijd van de koningen is er één waarin sommige koningen kiezen voor de trouw aan hun geloof, hun eigen waarden en hun God, en waarin andere koningen uiteindelijk kiezen om zich aan te passen om er zo schijnbaar met zo min mogelijk schade en schrammen vanaf te komen. En misschien zelfs zo rijk mogelijk. Zo dienen ze andere goden, en leven ze er andere vreemde waarden op na. Maar daarmee leveren ze zichzelf uit. En daarmee leveren ze hun eigenwaarde in, hun geloof, en hun God.

Wat is je rustpunt in alle drukte?
Je kunt in je leven niet alleen maar druk zijn. Anders ga je eraan onderdoor. Er moet iets onder liggen aan eigen waarden, aan eigenwaarde, aan geloof, dat voor jou het kader vormt, en de grenzen stelt bij wat je wel doet en niet doet. En hoe ver je daarin gaat. Het gaat er dus niet simpel om dat de boog ook wel eens even niet gespannen hoeft te staan. Het gaat om wat je rustpunt is. Niet een punt waar je naar uit kijkt in alle drukte, maar een punt waar je op rust tíjdens alle drukte. Om trouw te blijven aan jezelf, je eigen waarden en aan God.

Want dat is waar de bevrijding om gaat. Jezus spreekt in het voorafgaande steden aan die de wonderen niet verstaan hebben die er voor hun ogen gebeurde. Dat betekent dat ze niet zagen dat Jezus deed tekenen van God waren. Dat Jezus betekenis aan hun leven kan geven. Ze bleven echter doorgaan op zichzelf. Met hun eigen zelfbedachte leven. Zonder zich af te vragen wat God nu van hen vroeg.

Hoe kun je bevrijd worden van alle drukte?
'En jij dan, Kafarnaüm,' zegt Jezus, 'je denkt toch niet dat je tot in de hemel zult worden verheven?' Hier gaat het om zelfverheffing. Om mensen die zich aan hun eigen kunnen en aan hun eigen macht optrekken. En God geeft juist een teken van het tegenovergestelde om werkelijk vrede te vinden, rust en bevrijding. In Zacharia voert hij in de profetie geen machtige koning op, op een groot paard, dat ten strijde trekt om het volk te bevrijden. Maar hij voert een koning op, die nederig is en zit op een ezel. Die macht en kracht is genoeg om in vrijheid te kunnen leven.

In vrijheid waarvan? God is altijd beducht dat wij leven in afhankelijkheid van iets anders dan van hem. Omdat iets of iemand anders het om zichzelf te doen is, en God het om ons te doen is. Hij is een liefdevolle God en wil niet dat wij afhankelijk zijn van iets of iemand anders. En dan gaat het niet om je baas, of je bank, of welke verplichtingen we ook aan gaan. Want in ons leven zijn we nu eenmaal afhankelijk van anderen en van wie de touwtjes in handen heeft, en het geld. Maar het gaat erom of we er ons aan overleveren. Ons daarvan in dienst stellen. Want dan zijn we slaven. En moeten, en moeten, en moeten we steeds meer.

Slaaf geworden door koning te zijn in je eigen rijk
Wat werkt verslavend in jouw leven? Wat jaag je na, waardoor het nooit rustig is in je? Maar vooral ook: waardoor je het contact met God verliest? Niet omdat je dat ook nog moet, maar omdat Hij de bron van je leven is. Hij wil ervoor waken dat je niet je eigen leven leeft, maar in dienst van iets of iemand anders. Want dan wijk je onherroepelijk af van je eigen waarden, en streef je dat na wat iets of iemand anders wil. En ben je koning in je eigen leven, maar slaaf van een grotere macht. Net als die koningen uit Zacharia, die dachten door zich aan te passen aan een grotere macht, heerser te zijn in hun eigen leven. Niet dus.

'Kom naar mij, jullie die vermoeid zijn en onder lasten gebukt gaan, dan zal ik jullie rust geven.' Mooie woorden die Jezus spreekt vlak voordat hij de farizeeën leert dat de mens niet leeft voor de sabbat, maar de sabbat, de rust, er is voor de mens. Omdat daarmee Gods verlangen voor de mens vervuld wordt. Rust. Het is de basis en het uitgangspunt voor ons leven. Toen de mens op de zesde dag geschapen werd, was zijn eerste dag... de rustdag, inderdaad. Daarmee geeft de Bijbel betekenis aan ons leven. Het is gebouwd en gericht op rust.

Leven is geen vakantie, maar wel gericht op rust; een nieuw juk

'Neem mijn juk op je en leer van mij, want ik ben zachtmoedig en nederig van hart. Dan zullen jullie werkelijk rust vinden, want mijn juk is zacht en mijn last is licht.' Toch weer een juk? Ja, weliswaar een zacht en licht juk, want natuurlijk, we zullen bezig moeten blijven. Het leven is geen vakantie. Maar het is een stuk lichter als je daarin geen slaaf meer bent van je agenda en van anderen, maar kunt leven in dienst van wat je waardevol vindt, in dienst van God.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten