zondag 3 mei 2015

Waarom zou je Jezus nodig hebben? (preek 3 mei 2015)


Waarom zou je Jezus nodig hebben? Die vraag wordt opgeroepen door Jezus zelf, wanneer hij zegt: 'Zonder mij kun je niets doen.' Dat is me nogal een stelling. Die voelt voor ons moderne mensen misschien wat ongemakkelijk. Want betrekken we Jezus werkelijk in alles wat we doen, en willen we dat eigenlijk wel? Vinden we dat wel nodig?

Geloven als een trolleybus
Waarom zou je Jezus nodig hebben? Deze week zag ik in het TV programma Geloof en een hoop liefde een man enthousiast uit een trolleybus springen en aan de hand van die bus uitleggen waarom hij Jezus nodig had. Want wat is het verschil  tussen een trolleybus en een dominee? Een trolleybus raakt nooit de draad kwijt... En dat was precies wat deze christen, zoals hij zich noemde, fascineerde aan de trolleybus. Om te kunnen rijden heeft de trolleybus verbinding nodig met de stroomdraden die door de straten hangen. Zou hij los komen te raken, dan valt hij stil. Deze man omschreef zijn relatie met God op dezelfde manier. Je hebt als christen contact met God. Hij geeft je veel speelruimte, net als een trolleybus die drie of vier meter kan uitwijken. Het is geen tram of trein op een vastgelegd spoor. Je hebt als christen best veel speelruimte, maar je moet wel bij die bovenleiding blijven om op de juiste weg te blijven. Want anders val je stil.

Waarom zou je Jezus nodig hebben? De vergelijking met de trolleybus raakt een aantal zaken die ik las in de antwoorden op mijn vraag aan verschillende mensen om mee te denken met #themakeofthepreek. Die 12 antwoorden, die soms ook heel indringend en persoonlijk waren, en soms ook heel nuchter en ter zake; die antwoorden probeer ik mee te nemen in mijn overwegingen.

Over wie zegt Jezus dat ze hem nodig hebben?
Want natuurlijk staat deze uitspraak van Jezus wel in een verband en niet op zich. Jezus vergelijkt zichzelf met een wijnstok. In vers 5 zegt hij: 'Ik ben de wijnstok en jullie zijn de ranken. Als iemand in mij blijft en ik in hem, zal hij veel vrucht dragen. Maar zonder mij kun je niets doen.' Dat is een gevoelige uitspraak. Hoezo kunnen wij niets doen zonder Jezus? Kijk eens in de wereld om je heen, hoeveel goede dingen er worden gedaan door mensen die Jezus niet eens kennen. En dat is ook zo. De vraag is alleen of we daarmee Jezus' uitspraak niet veel te universeel maken. Want als je goed leest en kijkt in welk verband Jezus zijn uitspraak doet, dan valt je op dat Jezus het niet tegen zomaar iedereen zegt, maar dat hij het specifiek zegt tegen zijn leerlingen. Leerlingen, wiens voeten hij zojuist gewassen heeft in hoofdstuk 13,  en die hij de heilige Geest beloofd heeft en zijn vrede nalaat in hoofdstuk 14. Leerlingen die hij hierna zijn vrienden noemt en geen slaven. Mensen dus die met hun eigen vrije wil bij Jezus horen. Maar, en nu komt het, door Jezus gekozen zijn. Lees maar in vers 16: 'Jullie hebben niet mij uitgekozen, maar ik jullie.' Er zit dus geen oordeel in over anderen; het gaat hier om Jezus' leerlingen. En als wij ook Jezus' leerling willen zijn, ook om ons.

Waarom zou je blij zijn dat je Jezus en God nodig hebt?
Maar als er toch meerdere wegen mogelijk zijn, waarom zou ik dan Jezus specifiek nodig hebben, ook al heeft hij mij uitgekozen: ik heb er toch niet om gevraagd? Het antwoord van de andere lezing uit Deuteronomium is: Wees blij! Wees blij dat je door God bent uitgekozen, want: nu heb je werkelijk een God die wat kan betekenen. Lees maar terug in hoofdstuk 4: vers 7: 'Want welk volk, hoe groot ook, heeft goden zo dichtbij als wij de Heer, onze God, telkens als wij hem op hulp roepen.' 'Want', zegt vers 20, 'u bent door de Heer uitgekozen en uit de smeltoven van Egypte weggehaald om hem als zijn eigen volk toe te behoren, zoals nu het geval is'. 'Want', zegt vers 31 tenslotte, 'de Heer, uw God, is een God van liefde. Hij zal u niet verlaten en u niet in het verderf storten.'

Wees blij dat je door deze God bent uitgekozen. Dat Hij jou wil aanspreken. En dan ook nog eens niet omdat Hij beter is dan de concurrentie, of zinniger is dan de concurrentie. Nee, er is geen concurrentie. 'Een ander is er niet', zegt vers 39 heel helder. Je kunt wel je eigen weg gaan en eventueel zelf je goden uitkiezen, maar dan schets vers 28 het volgende beeld: 'Daar zult u dan andere goden vereren, goden van hout en van steen, door mensen gemaakt, goden die niet kunnen horen en zien, niet eten en niet ruiken.' Wat heb je aan die andere goden? Als die niet dichtbij zijn? Als die niet met je meeleven? Want onze God is een God die dichtbij is. En die om te beginnen hemel en aarde gemaakt heeft. Dat kan er toch maar één zijn? En bovendien: Hij heeft ons het leven gegeven. Dat kan er toch maar één zijn?

Daar zit geen oordeel in over andere godsdiensten en levensbeschouwingen. Daarin zit een spiegel in voor onszelf. Ook Mozes richt zich niet tot andere volken, maar tot zijn eigen volk, dat door God uitgekozen is. En als wij bij God willen horen, ook tot ons. Die spiegel van Mozes' betoog zegt mij: Ik zou wel gek zijn als ik niet met deze God verbonden wil zijn. Er is namelijk geen andere.

We hebben niet graag iemand nodig
Toch ligt het niet in onze aard om te zeggen dat we iemand nodig hebben. Dat doen we onderling niet, maar zeker ook naar God niet. We houden graag de controle. En zo slecht doen we het toch niet? En Jezus is een mooi voorbeeld daarvoor, jazeker. Toch staat het met elkaar niet in tegenspraak: onze eigen vrije wil en Jezus nodig hebben. Net als in die vergelijking met die trolleybus blijft er voldoende en zelfs veel speelruimte over, en geeft de verbinding met Jezus juist stabiliteit.

Die verbinding met Jezus gaat dus een stuk verder. Blijkbaar is het de bedoeling dat we op hem gaan lijken, maar ook dat we op hem geënt blijven, omdat we anders geen vrucht dragen. Dat is geen dreigement of een oordeel over anderen. Het is onze levensbron die spreekt. En waarom zou je los daarvan willen opereren? Dat lukt een heel eind, o jazeker. Maar zijn we dan niet aan het overleven, in plaats van aan het leven? Hoe begrijpelijk ook dat we willen volhouden en doorzetten met alle goede dingen die we proberen te doen. Maar raken we niet volstrekt droog en uitgeput als we niet in verbinding blijven met onze bron? En niet omdat Jezus ons claimt en leegzuigt, maar omdat hij ons voedt en inspireert en zegt: Ik heb jullie geluk voor ogen, niet jullie ongeluk. En dat is iets wat we mogen uitdragen, maar dat begint bij onszelf.

Maar het ook heel spannend en soms paniekerig in onze speelruimte
In die speelruimte die we hebben is het heel spannend. Aan de ene kant kunnen we de wereld om ons heen verkennen en kunnen we leren om zelfstandig dingen te doen en te ondernemen, en kunnen we ons ontplooien, en mooie en goede dingen doen. Tegelijkertijd kan ook de paniek toeslaan en wanhoop de kop opsteken. Paniek als het leven heel kwetsbaar blijkt, dichtbij, van jezelf of van een dierbare. Wat kun je dan zonder geloof ontredderd raken. Maar wat kan het ook moeilijk zijn om dan te geloven. Moeilijk om je aan vast te houden, terwijl het in woorden van anderen soms zo simpel kan klinken. Waarom heb je dan Jezus nodig? Misschien ook wel even om jóu vast te houden.

Wat kun je doen met al die rampen?
Maar de wanhoop en onmacht kan ook toeslaan als je in de wereld wéér een ramp ziet gebeuren. Nederland komt in actie voor Nepal, en tegelijkertijd blijven er mensen verdrinken in de Middellandse Zee, wat alweer op de achtergrond verdwijnt. De rampen raken ons, en tegelijkertijd vraag je je af: wat kan ik doen? Veel mensen voelen zich toeschouwer, want wat kun je ermee? Bidden, is dat dan het enige, of is dat maar een excuus om verder niets te hoeven doen?

Misschien vragen we wel veel te veel van onszelf. Ja, we zijn toeschouwer. Dat wil zeggen: we zien het gebeuren en kunnen feitelijk heel weinig doen. Als iemand ziek is, maar ook als er een grote ramp in de wereld gebeurt. Schieten we dan tekort? In geloof, en in wat we doen? Het mooie is dat de vergelijking met de wijnstok die Jezus van zichzelf maakt, niet betekent dat wij ook die wijnstok moeten zijn. Wij zijn in die vergelijking de ranken. Geënt op de stam. We hoeven daar alleen maar in te blijven om vrucht te dragen. En wat is dat: in Jezus blijven? Jezus zegt het zelf: 'Blijf in mijn liefde. Dit draag ik jullie op: heb elkaar lief.' Jezus vraagt geen onmogelijke dingen, maar alleen maar dit: blijf in mijn liefde. Blijf geënt op mij. Ga niet wanhopig op zoek naar wat je zelf zou kunnen doen om te overleven. Begin bij het begin: Ik heb Jezus nodig. Ik heb hem nodig om gevoed te worden. Om niet een gesnoeide tak te zijn die misschien nog wel uitloopt, maar spoedig weer verdort. 

Het gaat er niet om wat je geeft of doet, maar hoeveel liefde je erin stopt...
En als je dan wil leven vanuit Jezus' liefde, dan maakt het niet uit hoeveel je geeft of doet. Moeder Theresa zei: 'Het maakt niet uit hoeveel je geeft, waar het om gaat is hoeveel liefde je stopt in wat je geeft. Het maakt niet uit hoeveel je doet, waar het om gaat is hoeveel liefde je stopt in wat je doet.' Als je je dit beseft dan maakt dat tegelijk heel veel mogelijk. Deze zinnen van Moeder Theresa inspireerde een ongeneeslijk zieke vrouw uit Waalwijk, Marlies Beeks, om in Nepal een school te helpen opbouwen. Op haar ziekbed stelde ze zich de volgende vraag: 'Wat wil ik nog met de rest van mijn leven?' En ze kwam op het spoor van mensen in Nepal. Daar is ze nu ook, en ze maakte de aardbeving mee. Als je haar verhaal leest op de site van stichting Light for Life, dan besef je dat er genoeg mogelijk is om te doen. Niet omdat het moet, maar omdat het kan.

...vanuit de bron van liefde
En als gelovige zeg ik: daarvoor heb ik Jezus nodig. Omdat hij de bron van liefde is. Omdat God de bron van leven is. Goddank hoeven we zelf niet alles te dragen. Want dat heeft Jezus al gedaan. Maar wij kunnen bidden, geven en doen, en daarmee een teken van hoop zijn voor de wereld. En getroost en gesterkt worden door Jezus, door God. 'Het maakt niet uit hoeveel je geeft, waar het om gaat is hoeveel liefde je stopt in wat je geeft. Het maakt niet uit hoeveel je doet, waar het om gaat is hoeveel liefde je stopt in wat je doet.'

2 opmerkingen: