woensdag 23 januari 2019

Hoe komen wij in het dreigende wereldnieuws ons lot te boven? Preek over Esther 1 en 2

Het verhaal van Esther stuitte mij deze week onverwacht tegen de borst. In eerste instantie dacht ik: leuk, we gaan het over Esther hebben: dat heb ik altijd een boeiend verhaal gevonden. 

Het spannende verhaal van een meisje dat koningin wordt heeft in eerste instantie iets van een sprookje. En wordt vervolgens heel serieus als het aankomt op de redding van haar eigen volk. En durft Esther dan, met al haar voorrechten, haar nek uit te steken, met gevaar voor eigen leven? Durf je je luxe-leventje en durf je je leven op het spel te zetten als er onrecht wordt gedaan aan je eigen mensen? En zou je anders kunnen? Want kun je er wel aan ontkomen? Zo is Esther een ongelofelijk spannend verhaal van een vrouw, die nota bene haar afkomst moet verbergen met een veel normalere schuilnaam, terwijl ook God zich verborgen houdt. Waar is God in deze dreiging, waarin een mens de moed moet opbrengen om op te staan tegen onrecht? Mensen lijken overgeleverd aan het lot, aan het toeval. En dan blijkt toch die toeval de logica van God. Een ongelofelijk actueel verhaal dat raakt aan racisme, anti-semitisme, discriminatie, vooroordelen en zelfs volkerenmoord.

Schoonheidswedstrijd

Maar actueel zijn ook de eerste twee hoofdstukken om een andere reden. En daarom stuitte het verhaal van Esther mij nu tegen de borst. Die schoonheidswedstrijd die gehouden wordt in het tweede hoofdstuk kan toch niet meer?
Niet alleen worden de meisjes gewoon van huis weggerukt. Ze krijgen bovendien een schoonheidsbehandeling en speciaal eten. Ze worden zes maanden behandeld met mirreolie en zes maanden met balsem en andere schoonheidsmiddelen. Om vervolgens de nacht te moeten doorbrengen met de koning. Eenmalig, tenzij de koning haar begeerde en zij persoonlijk bij hem werd ontboden.


Je bent al mooi

Tijden zijn veranderd zeg je? Volgens mij leven we in een tijd waarin schoonheidsidealen nog nooit zo belangrijk zijn gevonden. En rekenen we elkaar daar ook op af. Gelukkig komt er langzaam maar zeker een tegenbeweging waarin modellen ook meer mogen hebben dan maatje 36. Maar toch, het blijft hardnekkig. En ik zie jonge meisjes er al mee bezig, met hun uiterlijk. Op zoveel onschuldige familiefoto’s zie je ze al poseren, met een onechte glimlach en een veel te volwassen blik in hun ogen. Ik word er verdrietig van. Ja, je mag mooi op de foto staan, maar je bent al mooi.

Carnaval

En dan denk ik: is dit de manier van de verborgen God om zijn punt te maken? Dat al deze meisjes van huis weggerukt zijn, en gereduceerd worden tot hun namaak-uiterlijk als levende barbiepoppen? Als je dan terugleest, hoe we hier gekomen zijn, dan ontdek je dat we eigenlijk in een hele rare setting beland zijn. Niet voor niets wordt dit verhaal gelezen door de Joden op het Poerimfeest, dat een carnavalskarakter heeft. En als je het wezen van carnaval snapt, dan snap je ook wat het karakter is van dit boek. Carnaval is niet het feest van zoveel mogelijk bier drinken. Dat maken mensen ervan. Carnaval is in wezen een omkeerfeest. Jan met de pet wordt Prins Carnaval en krijgt de sleutel van de stad. Precies de reden waarom het carnaval niet zo groot was in Tilburg. Daar wordt mij verteld dat in deze stad van fabrieksarbeiders de fabrieksdirecteur en de pastoor in het Rome van het zuiden de volgende rolverdeling hadden: de directeur hield de mensen arm en de pastoor hield de mensen dom. En in die rolverdeling wilden ze dus niet dat er de spot met hen gedreven werd met carnaval. Daarom kreeg het volk ter compensatie de kermis. En dat is waarom de kermis van Tilburg de grootste van Europa is geworden.

Karikatuur

Want dat is wat er natuurlijk gebeurt bij een omkeerfeest. Dan wordt er de spot gedreven met de macht. En worden er karikaturen gemaakt van de directeur, de pastoor en allerlei andere mensen met aanzien. Daarin wordt van alles uitvergroot. Nu mag het even. En dat is ook wat we zien in eerste hoofdstuk van het verhaal over Esther. Vanaf het begin krijgen we een onwerkelijke karikatuur voorgeschoteld van Ahasveros, die over een rijk regeert van India tot Nubië. Van Australië tot Alaska zouden we nu zeggen, westwaarts gesproken dan. De hele wereld. En hij houdt een feest voor iedereen die hij belangrijk heeft gemaakt. Dat feest duurt 180 dagen, een half jaar bijna. En hij liet in die dagen alle pracht en praal zien van zijn koningschap. En vervolgens komt er een feestmaal voor het hele volk, waarbij kosten noch moeiten worden gespaard. Dat feest wordt aangekleed op een exorbitante manier. Bij het feest geldt maar één regel: namelijk dat er geen regels zijn. Geen beperkingen. Volslagen van God los dus. O ja, en de koningin houdt ook nog een feestje.

Heerschappij van de man vastgelegd

Straalbezopen, vermoed ik, ontbiedt de koning vervolgens de koningin om haar aan zijn gasten te tonen. Ja dahag, moet Wasti gezegd hebben met enige overmoed. Dat gaan we niet doen! En vervolgens zijn de kleinzielige mannetjes bevreesd voor hun macht, als andere vrouwen hieraan een voorbeeld zouden nemen. ‘Zodra ze hebben gehoord wat de koningin heeft gedaan, zullen ze zich hierop beroepen tegenover hun echtgenoten, en dat zal leiden tot veel minachting en ergernis.’ Bij enig gegniffel hierbij moet je je toch ook realiseren dat nog niet zo lang geleden de eerste feministen ook deze angst opriepen bij mannen. En nog steeds wanneer de enige vrouw in een vergadering zegt: haal lekker zelf je koffie. Zoveel is er niet veranderd. Een verordening dat de man heer en meester is wordt verankerd in de wetten van Perzië en Medië, een wet van Meden en Perzen, of, zoals mijn Duitse natuurkundeleraar dacht te hebben begrepen: een wet van meten en persen. Een karikatuur van een wet, die vergeet dat een wet een levend organisme is, dat zich aanpast aan de tijd. En vrouwen laten zich niet meten en persen.

Speelbal zonder ballen

Boven alles is deze Ahasveros een karikatuur. Heerser over alle heersers heet hij, of zoals Kind op Zondag zijn naam vertaalt: de echte man. De echte man aan het hof: zoveel stelt dat niet voor, in een paleis dat voornamelijk bediend wordt door eunuchen. Ontmande mannen zijn dat. Dat zij er speciaal zijn om de vrouwen van de koning te bewaken is niet een geruststelling voor de vrouwen, maar voor hemzelf, dat de vrouwen alleen van hem blijven. Bovendien wordt hij in zijn beslissing over wat er met koningin Wasti moet gebeuren, en wat er in de wet van Meden en Perzen verankerd wordt over de heerschappij van de man, en hierna ook in de schoonheidswedstrijd, geleid door andere mannen. Zo ontstaat een beeld van een slappeling. Te midden van al die eunuchen: de echte man zonder ballen. Een speelbal, net zozeer als Esther. En hoe moet dat goedkomen?

Het is maar even carnaval

Dat gevoel zul je misschien ook wel eens hebben als je naar het wereldnieuws kijkt: hoe moet dat goedkomen? Nu is dat een vraag van alle tijden. Maar in onze tijd wordt die vraag ook gekleurd door het beeld van mannelijke leiders die met een hoop verbaal geweld en uiterlijk vertoon hun macht opeisen. En daar soms ook fysiek en militair geweld niet bij schuwen. Het zijn leiders die zich met ontbloot bovenlijf op een paard laten fotograferen, zoals in Rusland, een paleis laten bouwen met meer dan duizend kamers, zoals in Turkije, overal gouden torens laten plaatsen, zoals in Amerika, of met een letterlijk en figuurlijk veel te grote mond een heel volk voorliegen en de afgrond in praten, zoals in Groot-Brittannië. En dat allemaal met een beroep op ‘de gewone man’. Maar de gewone man weet dat het maar even carnaval is. De gewone man is niet dom. Bovendien zijn er ook nog gewone vrouwen, en die zijn vaak het geweten van de gewone mannen. Het is maar even carnaval, maar deze leiders blijven een karikatuur van zichzelf. Op het moment dat je denkt dat het niet gekker kan, kan het nog gekker. Komedianten trekken zich de haren uit het hoofd hoe ze hier nog een karikatuur van moeten maken, want de werkelijkheid tart zelfs hún voorstellingsvermogen.

Wereldleiders speelballen van het lot?

Behalve dat wij ons een speelbal kunnen voelen, krijg je die indruk ook bij deze leiders. Zo impulsief als ze reageren op de actualiteit, zo snel als ze de adviseurs om hen heen inruilen, of juist met hen meepraten. Zo onberekenbaar dat je denkt: weten ze zelf wel wat ze doen? In zo’n tijdsgewricht speelt zich ook het verhaal van Esther af. Ahasveros en Esther zijn speelballen. En de dreiging is groot. En waar is God? God blijft verborgen. En de mens werpt het lot, waarin bepaald wordt dat alle Joden vermoord moeten worden. God blijft verborgen en een mens werpt het lot. Is dat alles?

Verborgen Ster

Nee, Esther wordt onder haar schuilnaam in het centrum van de macht binnen gebracht. In het Perzisch heet zij Ster, in haar eigen taal betekent haar naam Verborgen. Net als God. Esther moet wat overwinnen, maar komt uiteindelijk op voor haar volk. Wat daarbij helpt is dat de koning haar liefheeft. We zien bij hun eerste ontmoeting in het verhaal van vandaag dat de koning liefde voor haar voelt. En liefde is sterker dan de dood.

Het lot wordt omgekeerd

Is de redding van haar volk toeval? Oordeel zelf, maar ik denk dat het verhaal van Esther wil vertellen dat toeval de logica van God is. Het lot dat geworpen werd om de dag te bepalen waarop de Joden vermoord zouden worden gaf de naam aan het feest waarop de Joden dit boek lezen: het lot is een poer, het feest heet het Poerimfeest. Een carnavalesk feest, en logisch, want het lot werd omgedraaid. Het lot viel uiteindelijk op Haman zelf. Strijd bleef uiteindelijk niet uit, maar het volk overleefde.

Niet zonder strijd, maar God is met ons

Zo zal onze tijd niet zonder strijd blijven. Maar we mogen erop vertrouwen dat God ons lot blijft omkeren, soms onverwacht langs een verborgen weg, soms ook uitgesproken. Want een mens kan niet zonder God, maar God kan ook niet zonder mensen. Ook wij moeten ons blijven uitspreken. En dat is niet zonder hoop, maar met de bemoediging dat God met ons is.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten