zaterdag 4 mei 2019

Wat zijn de kansen van pionieren op een basisschool? (Petrus Vertelt Podcast)


Dit verhaal is te beluisteren via de Podcast Petrus Vertelt. Het is mijn verhaal op de nieuwjaarsbijeenkomst van de Protestantse Kerk in Nederland


Hoe kun je ouders en hun kinderen
die nauwelijks nog iets weten van de bijbelverhalen
maar die wel voor een protestants-christelijke school kiezen,
weer in contact brengen met dat Evangelie?
Simpel antwoord: door er naartoe te gaan.

En dat heb ik gedaan. Nadat ik op de protestants christelijke basisschool van Waalwijk City een vertrouwd gezicht was geworden door de jaren heen ben ik daar maar eens een dagdeel in de week gaan zitten. Gewoon om te zien wat er op me af zou komen. En het bleek dat de klassen het leuk vonden als ik af en toe eens langskwam. En dat heb ik gedaan in de aanloop naar Dierendag. Ik ging met mijn hamster de klassen langs om te vertellen aan de hand van Genesis 2 waarom God de dieren heeft geschapen; zodat de mens niet alleen zou zijn. En ik had voor de zondag daarna een Dierendagviering gepland, waarin iedereen met zijn huisdier mocht komen. En voor alle huisdieren had ik na de dienst iets lekkers. De ronde langs de klassen bracht wel wat teweeg. Een moeder vertelde een andere moeder op het schoolplein dat haar kind met zo’n raar verhaal thuiskwam: dat de dominee met z’n hamster in de klas was geweest. Mijn kind ook, zei de andere moeder. Dus het was doorgekomen. Maar die zondag kwam er behalve de kinderen van de kerk niemand van de kinderen van school. Niemand. Dit was wat je noemt een geslaagde mislukking, want ik leerde eruit dat je op school weliswaar kunt aansluiten bij de belevingswereld van kinderen, maar dat dat niet automatisch betekent dat ze wel enthousiast worden om naar de kerk te komen. Dáár op school moet het dus gebeuren.

Dus ging ik in gesprek met ouders. En ik vroeg aan een moeder die ik kende van de sportschool waarom zei voor deze school gekozen had. En ze vertelde dat ze eigenlijk drie andere scholen voorbij fietst op weg naar deze, maar dat ze deze had gekozen vanwege de goede naam, het nieuwe gebouw enz. Of de identiteit ook een rol in die keuze speelde, vroeg ik haar. Nee, eigenlijk niet. Ze is katholiek opgevoed, maar doet daar eigenlijk niets meer mee. Daarom schrok ze ook wel even toen haar zoontje thuiskwam en tijdens het afwassen ineens een liedje over Jezus ging zingen… O ja, dat kreeg ze er natuurlijk bij… Maar het herinnerde haar ook aan haar jeugd in de parochie, en ze betrapte zich er later op dat ook als niemand thuis was zij tijdens de afwas toch dat liedje over Jezus zong. Of we iets voor haar konden betekenen in die herontdekking van de verhalen en de liedjes, waarmee haar zoontje thuiskomt? Een avond over bijbelverhalen of zo? Neu, alsjeblieft niet. Maar waar we wel mee zouden kunnen helpen was het volgende: we hadden op school het verhaal verteld over de kruisiging van Jezus. Dat was met Pasen toch? Ja, zoiets… Haar zoontje had de hele nacht wakker gelegen, want dat doodgaan leek hem niet zo leuk. En na het nachtelijke gesprek van drie kwartier had zijn moeder om half vier maar gezegd dat als hij niet in de hemel wilde zijn, dat er dan een knopje was, waarop je kon drukken, en dat je dan hoppa weer naar hier kon. Waarop het zoontje dat weekend tegen oma zei: als je niet dood wilt zijn, dan kun je op een knopje drukken… Handvatten om met je kind over de dood te praten zou dus wel welkom zijn.

En zo ontstaat er een speelveld, een pioniersveld, waarin je met opnieuw gewekte interesse in de bijbelverhalen en de levensthema’s die daaraan raken probeert met kinderen en hun ouders verder te zoeken naar de relevantie van bijbelverhalen voor hun leven, op weg naar misschien wel iets van een duurzame gemeenschapsvorm. Omdat daar op school hun leven plaatsvindt, uitgewisseld wordt wat gezinnen meemaken: daar worden bijbelverhalen en geloofsthema’s actueel!
Dat is een kwetsbaar speelveld. Aanvankelijk voorzichtig enthousiasme maakt ouders nog niet tot geloofsleerlingen. De moeder van de sportschool heb ik nog niet op een activiteit gezien. Het blijft zoeken naar aansluiting als ouders niet meteen zitten te wachten op iets van geloof als ze er zelf nauwelijks meer wat mee hebben. Het gaat dus eerst en vooral om relaties leggen. Ook met de kerk. En dat is ook lastig. En ik pieker me suf waarom eigenlijk. Want dit is toch een mooie kans, ook al heb je daar als kerkelijke gemeente in eerst instantie helemaal niet zoveel aan, omdat het op school gebeurt? En ik realiseer me dat vroeger de christelijke school een verlengstuk was van de kerk. En dat is ze niet meer. En veel christelijke scholen zoeken weer een relevante invulling van hun identiteit. En daarvoor komen ze niet naar de kerk. Daarvoor moeten wij naar hen komen. En dan kan er zomaar een meisje op je afkomen, dat na een kinderkerstfeest zegt: dominee Otto, ik wil gedoopt worden. En dat is ze. Niet door mij, maar door de dominee van de kerk, samen met mijn dochter. Want pionieren kan niet zonder de kerk, maar de kerk ook niet zonder pionieren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten