dinsdag 12 maart 2013

Geen vergoeding maar verzoening - preek 10 maart 2013

Tekst: 2Samuël 14: 1-24 en Lucas 15: 11-32

Wat doe je als je kind zich tegen je keert? Iedere ouder maakt in een verschillende intensiteit mee dat zijn kind tijdens de pubertijd zich gaat afzetten. Een eigen mening heeft, opstandig wordt, zijn eigen weg forceert. En vaak willen ze juist helemaal niets, en is wat vroeg leuk en lief was, nu stom, want ‘ik ben geen kind meer!’ Hoewel ouders dit tot wanhoop kan drijven in een eengezinswoning, die ‘hotel mama’ is gaan heten; vaak komt er na een aantal jaren een balans tussen volwassenheid en kind zijn, en krijg je er nieuwe volwassen kinderen voor terug. Een hele overgang, en niet zonder weemoed, en het gezin breidt zich langzaam maar zeker uit, maar je blijft in ieder geval bij elkaar, in een nieuwe verhouding.

Maar wat als dat niet zo is? Behalve door scheidingen van ouders vallen ook gezinnen uiteen doordat kinderen zich tegen hun ouders keren, of andersom. Vanwege wederzijds onbegrip, of omdat er iets gebeurd is. Soms is het eigenlijk te knullig voor woorden wat er gebeurde, maar heeft het klimmen der jaren, of talloze andere kleine akkefietjes, de kloof onoverbrugbaar gemaakt. En zie die dan nog maar eens te overbruggen. Verdriet, dat dan heel veel overeenkomsten heeft met rouw, om een kind dat niet meer in je buurt is, maakt je lamgeslagen en ontneemt je alle moed om elkaar te naderen. Of het is koppigheid, maar vol woede en onbegrip, die je opsluit in het verdedigingswerk van je eigen gelijk, om de pijn niet te hoeven voelen.

En dan is er die vader in dat verhaal van Jezus, en lijkt het allemaal zo simpel. Maar het is niet voor niets een beeld van God. En die zoon maakt het bont. Hij eist zijn erfdeel op. Dat betekent eigenlijk zoveel als dat hij zijn vader dood wenst… Want hij wil zijn erfenis verzilveren. Hoe erg kun je je vader vernederen? En hoe erg worden ouders vernederd die telkens moeten opdraaien voor de weg die hun kinderen gaan, of die zich te zeer vader en moeder voelen om hun kind in zijn eigen sop gaar te laten koken?

Vader David bakt er niets van. En ik zeg expres ‘vader’ David en niet Koning David. Hoewel het een niet los van het ander staat. In de dynastie, de erfopvolging, die er eigenlijk nog niet eens is, omdat David de eerste in lijn zal zijn, wordt een erfopvolging wel verondersteld en is Koning David natuurlijk wel de vader van de volgende koning. Maar welke zoon wordt koning? Zo goed en voorbeeldig als David Koning is, zo krachteloos, besluiteloos en weinig principieel is hij als vader. We hebben eerder al kunnen lezen hoe David de vrouw van Uria afpakte, en hem de dood in joeg toen ze zwanger bleek te zijn. Zo liet David zien dat hij niet vertrouwde op God voor de toekomst, maar de toekomst in eigen hand wilde nemen. Het kind dat daaruit geboren werd had daarom ook geen toekomst. Maar al gauw werd Batseba opnieuw zwanger en werd Salomo geboren. Met zijn bijnaam ‘Lieveling van de Heer’ en met onze kennis van hoe het verhaal verder gaat weten we hoe het verhaal verder gaat en dat Salomo de volgende koning zal worden. Maar op dat moment is daar nog geen sprake van. Sterker nog, op het huis van David, de familiebanden, rustte geen zegen meer. Wanneer iemand de verhoudingen verstoort kan hij niet verwachten dat de andere verhoudingen intact en vredig blijven. Met dat David zich Uria’s vrouw toeëigend en bezwangert, is de beer los in zijn gezin. De profeet Nathan voorspelt het: voortaan zullen moord en doodslag in je koningshuis om zich heen grijpen. David heeft de vrede in zijn huis verspeeld. Misschien is het daarom wel dat vader David zo slap handelt als zijn oudste zoon Amnon zijn halfzus Tamar neemt, onteert, en voor grof vuil langs de weg zet. Er staat weliswaar: ‘Toen koning David hoorde wat er gebeurd was, werd hij woedend’. Maar daar blijft het ook bij. Hij doet niets. Hij lijkt wel vader Jakob, die na de ontering van zijn dochter Dina door Sichem, eerder geneigd is het op een akkoordje te gooien dan op te komen voor zijn dochter en voor zijn gezin als geheel. Mooie pater familias, Jakob, maar ook David.

Wat gebeurde er daarna in de familie van David, en wat maakte David van held ineens tot anti-held? Met dat David niets doet, verdwijnt zijn dochter Tamar in de anonimiteit bij haar broer Absalom. Daarover vertelt het verhaal dat ze ‘van het leven afgesneden’ is. Dat gaat over meer dan dat ze nu niet meer goed in de huwelijksmarkt ligt, omdat ze onteerd is en dus geen kinderen zal krijgen en een gewoon leven kan leiden. Dat zij van het leven is afgesneden is de opmaat naar het vervolg, waarin de dood de overhand lijkt te hebben. Absalom zint op wraak en wil zijn broer Amnon vermoorden vanwege de verkrachting van hun zus. Eerwraak. David zou daar eigenlijk getuige van moeten zijn in het plan van Absalom, maar David acht dat onverstandig. Daarmee ontwijkt David de beladen familiebanden en de mogelijke dreiging die daarin schuilt. Maar ook ontwijkt David de bedreigingen van zijn koningschap. Dat het feest in Efraïm gehouden wordt, in het Noordelijk deel van het rijk, dat David ook maar als koning heeft opgelegd gekregen, is Absalom bezig een machtsbasis te ontwikkelen. De machtige en daadkrachtige koning David is in geen velden of wegen te bekennen; hij laat het gebeuren.

De dood van Amnon dompelt hem in rouw. De dood krijgt vat op zijn huis. En David doet niets, helemaal niets om het leven weer te zoeken. Zoals hij na de dood van zijn naamloze kind van hem en Batseba weer opstond en daarmee liet zien dat hij zijn toekomst weer in de handen van God legde; zo blijft David hier hangen bij de dood. Over en uit, klaar. Leven wordt overleven. En dan regeren rouw, zelfbeklag, angst, woede, en uiteindelijk de dood. Na een periode van drie jaar rouw vat David het plan op om Absalom te doden. Eerst was er eerwraak; nu is er bloedwraak op handen. De dood in het kwadraat. En elke moord zal het erger maken. Want elke dode zal weer een dode vragen, en weer, en weer, en weer. Als Jezus zegt: heb uw vijanden lief en: als iemand je slaat, keer hem dan je andere wang toe; dan gaat het niet eens zozeer om pacifisme, vredelievendheid en wapenloosheid, maar om het doorbreken van deze cirkel van bloedwraak. Van de voortdurende vergelding van iemands dood op de dader. En vervolgens weer op de dader daarvan, en daarvan, en daarvan.

Opperbevelhebber Joab grijpt in. Zijn overwegingen weten we niet. Maar dat het de opperbevelhebber van het leger is, en niet de profeet Nathan, doet vermoeden dat er toch ook een militair belang meespeelt. Je kunt Absalom maar beter dichtbij je houden, dan zie je tenminste wat hij doet. In plaats van dat hij ver weg in het Noorden vrij spel heeft in het uitbreiden van zijn machtsbasis. Maar het verhaal gaat dieper: de vrouw vraagt in haar verhaal om de rouw te doorbreken en haar enig overgebleven zoon te laten leven. Want, zegt ze: ‘Zo zullen ze het laatste kooltje dat mij rest uitdoven, en dan zal er op aarde niets meer zijn dat nog aan mijn man en zijn naam herinnert.’ Dit verwijst overigens vooruit naar de uiteindelijke dood van Absalom die de macht zal grijpen. Na zijn dood staat er: ‘Absalom had bij zijn leven voor zichzelf een gedenkteken opgericht in de Koningsvallei. Omdat hij, zoals hij zei, geen zoon had om zijn naam te doen voortleven, gaf hij de gedenksteen zijn eigen naam.’ Het gaat hier dus om toekomst, om leven. Om niet te blijven bij de rouw en de dood, en dus ook niet bij de schuld. Schuld blokkeert relaties. Wanneer gebeurtenissen blijven hangen tussen mensen verwijderen ze van elkaar. Om vervolgens schuld op schuld te stapelen. Want waar er twee kijven hebben er twee schuld. En ja, hier gaat het niet om zomaar iets, maar om dood. En bij de verloren zoon in het verhaal van Jezus gaat het om het dood wensen van de vader. Maar wat is het alternatief voor verzoening? Nog meer schuld. De vrouw die bij David komt geeft met haar verhaal als weduwe en moeder van twee zoons, waarvan er één is gestorven, geeft een heel helder beeld: als de andere zoon uit wraak gedood wordt, is het over en uit voor haar. David kan daar tegenover stellen dat hij nog meer zoons heeft. Het staat of valt niet met deze twee, en Salomo zal uiteindelijk koning worden. En wij zoeken ook wel alternatieve mensen om mee om te gaan als andere relaties stokken. Maar dit verhaal van de vrouw laat zien dat het wel een keer ophoudt. En dan blijf je alleen achter. Veel beter dan alternatieven te zoeken in andere mensen is om je te verzoenen, omdat het leven anders stokt. Je kunt niet leven in rouw en schuld. Daar is geen vergoeding en laat staan vergelding voor. Geen vergoeding, maar verzoening; dat is het motto van deze verhalen.

David komt aan die verzoening niet toe. Hij haalt Absalom terug maar ontvangt hem niet. Bij Absalom is aan de andere kant ook geen berouw. Een gewapende vrede, die uiteindelijk zal escaleren. Zowel berouw als verzoening is er wel bij de verloren zoon en zijn vader. Daar is er eerst berouw en dan verzoening, maar een noodzakelijke volgorde is dit niet. Het is niet: eerst berouw en dan verzoening. De wil om je te verzoenen met iemand kan berouw of een simpel sorry voortbrengen. In ieder geval blijf je zelf niet in een eeuwige cirkel van wrok zitten. Nog los van dat waar twee kijven er ongetwijfeld twee schuld hebben, al is het maar de schuld om je niet te willen verzoenen. We hoeven onszelf daarin niet staande te houden. In de armen van de Vader zijn ook wij niet verloren, maar opgenomen, teruggenomen, in het huis van de Vader.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten