donderdag 26 december 2013

Komt allen tezamen! - preek Kerstmorgen 25 december 2013


Luister de dienst op kerkomroep

Er is veel gezegd over de reclamespot op tv van onze landelijke kerk om aandacht te vragen voor de verschillende kerstvieringen in de protestantse kerken. Of het veel mensen die nooit naar de kerk zouden komen naar de kerk heeft gebracht weet ik niet. Wat het in ieder geval teweeg heeft gebracht is dat we als gelovigen meer samen optrekken, uit welke gemeente je ook komt, en werkelijk allen tezamen komen rondom hetzelfde verhaal van hetzelfde feest. Kerst is bij uitstek een feest om bij elkaar op bezoek te gaan, samen hetzelfde feest te vieren en elkaar zo beter te leren kennen. Dat is winst.

Voor wie het in de reclamespot van onze kerk ontgaan was: vanmorgen zijn we allen tezamen gekomen om de geboorte van Jezus te vieren. En het geboorteverhaal lezen we vandaag eens niet uit het Evangelie naar Lucas, maar uit dat van Mattheüs. Want het verhaal kent vele kanten. Het verhaal van Mattheüs is alleen op z'n zachtst gezegd wat ingewikkeld. Veel ingewikkelder dan dat van Lucas, dat we bijna kunnen dromen: over die volkstelling, die tocht naar Bethlehem, die herberg en die stal, en het hemelse engelenkoor dat de herders ertoe aanzet naar het kind op zoek te gaan. Ja, die drie wijzen zijn wel van Mattheüs, maar daar zijn we nog niet.

De genesis van Jezus 
Mattheüs trekt een heel hoofdstuk uit over alleen de geboorte van Jezus. Of nee, eigenlijk niet eens de geboorte, maar het ontstaan van Jezus. In het Grieks de genesis van Jezus. Net als in het eerste hoofdstuk van het eerste bijbelboek van het Oude Testament spreekt Mattheüs in het eerste hoofdstuk van het eerste bijbelboek van het Nieuwe Testament over de genesis, en nu van Jezus. En waar gaat het dan om in die genesis? In het Oude Testament gaat het over de schepping van de hemel en de aarde. En in het Nieuwe Testament, ja, over de schepping van Jezus. En net als in het begin van het Oude Testament gaat het er niet om hoe die schepping is gegaan. Het lijkt alsof de bijbelverhalen dat vertellen, maar daar geven ze nauwelijks iets van prijs. De bijbelverhalen over de schepping van de hemel en de aarde, en van Jezus geven meer vragen dan antwoorden. Dus blijkbaar gaat het er niet over hoe hemel en aarde, en hoe Jezus zijn ontstaan. Het gaat erom van waar het is ontstaan. Wat is de oorsprong? En waarom wil je dat weten? Omdat je dan weet wat het doel is. Hoe de aarde is ontstaan is niet interessant. Wat interessant is wat het doel van dit alles is. Wij staren ons altijd blind op hoe iets zo is gekomen. Veel interessanter is wat nu het doel is van wat er gebeurd is. Waartoe is de wereld geschapen, de dieren, de mens, man en vrouw, waartoe is de rustdag geschapen, en: van waar kwam Jezus en waartoe kwam hij op aarde? Wat is het doel van zijn leven, wat bedoelt God hiermee?

Het is die vraag die Mattheüs wil beantwoorden: waar komt Jezus vandaan, waar komt Hij uit voort? Dan weten we ook meteen wat de bedoeling van dit alles is. Dat maakt zijn verhaal wel ingewikkeld. Want net als in het eerste bijbelboek van het Oude Testament komt hij met twee genesisverhalen, twee ontstaansverhalen. Vandaag lezen we het tweede, maar die kun je niet begrijpen zonder het eerste. Daar hebben we de afgelopen weken voor uitgetrokken. Het is een heel geslachtsregister met drie maal veertien generaties, vanaf Abraham via David naar Jozef, de verloofde van Maria. Het lijkt een heel letterlijk verhaal over het ontstaan, de afkomst van Jezus. Via de vaderlijke lijn horen wij zijn voorgeslacht. Het wonderlijke alleen zijn twee dingen: het eerste is dat er vier of eigenlijk vijf vrouwennamen opduiken in het mannelijke geslachtsregister, en het tweede is dat het er eigenlijk helemaal niet toe doet, of: dat op zijn minst hier niet alles mee verteld is.

De vrouwen in Jozefs familie 
Allereerst die vrouwennamen. In het mannelijke geslachtsregister van drie keer veertien generaties worden vijf vrouwen genoemd. Volstrekt overbodig zou je zeggen als je over die mannelijke lijn wilt vertellen. De vrouwen die genoemd worden zijn Tamar, Rachab, Ruth, Batseba en Maria. De vijf vrouwen van wie een schilderij hier hangt. Vrouwen met ieder een eigen verhaal, dat van de eerste vier is terug te vinden in het Oude Testament. Maar hun rol in het verhaal is dezelfde. Steeds is er een moment waarop God de geschiedenis met zijn volk bijstuurt. Dat doet hij op momenten dat de mens het laat afweten, verzaakt, zoals bij Tamar, of wanneer er een doorbraak moet komen in de geschiedenis, zoals bij Rachab, of wanneer het leven dood lijkt te lopen, zoals bij Ruth, of de mens het leven in eigen hand neemt, zoals bij Batseba. En God stuurt dan bij. Hij breekt de lijn niet af. Hij stuurt bij. Zelfs daar waar de mens, koning David in dit geval, de vrouw zelf inbrengt, door haar van haar man af te pakken, daar stuurt God bij. En komt er toch een kind. Alleen dat al is een hoopvolle geschiedenis. Wanneer wij het af laten weten, een doorbraak uitblijft, het leven dood lijkt te lopen, of zelfs wanneer we het leven in eigen hand nemen wat tot mislukken gedoemd is, omdat je het leven nooit kunt hebben maar alleen kunt zijn, ook dan blijft God een uitweg zoeken. En die gaat dan niet via de geijkte paden, al is het maar omdat wij zijn afgedwaald. En zo wordt in die lange lijst van drie keer veertien generaties al duidelijk dat het misschien dan letterlijk de mens is die zich voortplant, maar dat het God is die de geschiedenis doorgang geeft en door laat gaan. Want als het erop aankomt brengen we niets in, gaat God zijn eigen heilige gang, en hebben we dus ook niets in te brengen.

Wat heeft Jozef met Jezus te maken?
En zo komt Mattheüs bij het tweede gedeelte van zijn ontstaansgeschiedenis. Daar zit een breuk. Of eigenlijk een overlap. In het geslachtsregister vertelt Mattheüs dat bij Maria Jezus werd verwekt. Ja, ze was de vrouw van Jozef, maar de verbinding tussen Jozef en Jezus is Maria. Jozef en Jezus lijken niet zelf met elkaar verbonden, zoals dat normaal wel zo is tussen een vader en een zoon. Een maagdelijke geboorte dan, zoals de kerk belijdt, of een Romeinse soldaat die Jozef voor was, zoals in de literatuur nogal eens gesuggereerd wordt? Misschien wel geen van beide. Mattheüs zegt er niets over. En dat betekent nu juist dat we niet moeten speculeren, want als een bijbelverhaal iets niet vertelt, dan is dat blijkbaar niet belangrijk. En wij moeten dat dan ook niet belangrijker maken dan dat het is. Want wat wil Mattheüs hier wèl vertellen? Twee dingen: het gaat er niet om hoe Jezus ontstaan is in de menselijke zin, maar dat God hier het initiatief genomen heeft. En: het kan niet zonder ons, zonder de mens, want tenslotte gaat het om vrede op aarde.

We zeiden net: als het erop aankomt brengen we niets in, gaat God zijn heilige gang, en hebben we dus ook niets in te brengen. Ja, Jozef staat erbij en kijkt ernaar. Dat wil zeggen: Mattheüs wil vertellen dat Jezus' geboorte Gods initiatief is. En dat wij dus niet moeten denken dat wij Gods heil voortbrengen. Hoe de verwekking ook precies heeft plaatsgevonden: het is God die de geschiedenis van het geluk voor alle mensen op voor ons onkenbare wijze voortgang laat vinden. Gelukkig, het hoeft niet van ons te komen! Als je toch om je heen kijkt, en in de krant leest, dan denk je toch, met verdriet, met schuld, met schaamte, met boosheid en andere emoties: daar kan het toch niet vandaan komen. Van ons kan het toch niet komen? Hoe moet het dan wel goed komen met de wereld? Dit verhaal geeft het antwoord: het komt goed omdat God het initiatief neemt.

En God doet dat niet buiten ons om. Dat was het tweede. Want je zou bijna denken dat Mattheüs dan dat eerste gedeelte voor niets heeft verteld. Al die namen die leiden naar Jozef doen er toch niet toe als Jozef uiteindelijk niets in te brengen heeft in de verwekking van Jezus? Nogmaals, daar gaat het verhaal niet over. Jozef is nodig. Niet voor niets is Jezus zelf de veertiende in de derde rij mannen die genoemd worden. Dat is dus de overlap tussen de verhalen. Jezus wordt zowel genoemd in het eerste scheppingsverhaal als in het tweede. Hij is de veertiende. En Jozef, hij heeft de belangrijkste rol in het tweede scheppingsverhaal van Jezus dat Mattheüs vertelt. Maria horen we niet en zien we hier alleen zwanger zijn en een zoon baren. En alles wordt hier in het werk gesteld om Jozef erbij te houden. Omdat hij er niets mee te maken heeft lijkt hij zich terug te willen trekken. Nee niet omdat het een slappeling is, maar omdat hij een vrome gelovige is. Hij wil haar ook niet in opspraak brengen door haar voor het gerecht te dagen vanwege overspel. Hij denkt haar ook niet te kunnen trouwen, want dan pleegt hij zelf echtbreuk, omdat zij al met een ander geweest zou zijn. Dus dan kan hij maar beter met de noorderzon vertrekken en in stilte van haar scheiden. Dan heeft zij nog een leven. Zo is hij een vrome Jood. Wetsgetrouw én fatsoenlijk. Geen farizeeër voor wie de wet voor de mens gaat. Hoe zij zwanger kan zijn? Hij weet het ook niet. En de engel maakt hem duidelijk dat dat er ook niet toe doet. Het kind komt, en is een kind van God. En het wórdt een kind van Jozef.

De geboorte van Jezus is een onkenbare wending van God in onze wereld 

Soms vraag je je wel eens af hoe er uit onze wereld, uit ons leven nog iets goeds moet komen? Maar iets anders is er niet. En God liet zien in die geslachtsgeschiedenis dat hij een beslissende en doorslaggevende wending kan geven aan onze geschiedenis om hem ten goede te keren. En dat doet Hij nu weer, met de geboorte van Jezus, en definitief. Op een onkenbare manier, we hoeven het niet te begrijpen, geeft God ons leven een beslissende wending. En klinkt die onverwachte boodschap van vrede op aarde, in een wereld van zoveel oorlog en onvrede. Die hoop op vrede, en dat het met ons leven goed komt, komt niet uit onze wereld op, maar bloeit wel in onze wereld op, als een roos die ontluikt uit barre wintergrond. In dit kind herkennen we God, die met ons is. Laat dat je met hoop vervullen, en blijf tezamen komen om die hoop en elkaar vast te houden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten