vrijdag 18 april 2014

Hoe vind je vrede in je geloof? (preek witte donderdag 17 april 2014)


Beluister de preek op Kerkomroep

'Het was kort voor het pesachmaal. Jezus wist dat zijn tijd gekomen was en dat hij uit de wereld terug zou keren naar de Vader. Hij had de mensen die hem in de wereld toebehoorden lief, en zijn liefde voor hen zou tot het uiterste gaan.' Zo begint het verhaal over de voetwassing op de avond dat Jezus het Avondmaal instelde. 'Doe dit tot mijn gedachtenis' zei Jezus over het breken van het brood en het delen van de wijn. Dat doen we in alle kerken in een verschillende regelmaat. 'Ik heb een voorbeeld gegeven' zegt Jezus over het wassen van de voeten van de leerlingen, 'wat ik voor jullie heb gedaan, moeten jullie ook doen.' Dat doen we dus niet. Of althans, niet letterlijk zoals bij het Avondmaal. Wel als we als mantelzorgers onze dierbare wassen, maar dan in hun geheel. Die voetwassing staat verder van ons af dan het Avondmaal. Wat heeft die voetwassing met het geloof te maken?

Een andere voetwassing
Om daarover na te denken wil ik een overstapje maken naar het Evangelie zoals Lukas dat vertelt. In het zevende hoofdstuk zien we Jezus ook aan de maaltijd zitten. Bij een Farizeeër thuis. Simon heet hij. Vast niet voor niets. Het doet denken aan die wankele rots, waarop Jezus zijn kerk bouwt, Petrus. En bij de maaltijd verschijnt van buiten ineens een vrouw. Een vrouw van wie bekend is dat ze een zondares is, vertelt het verhaal. Een vrouw van 'wie zonder zonde is werpe de eerste steen', maar ja, een oordeel is gauw geveld. En ook makkelijk, want dan gaat het niet over jezelf. Zij komt binnen met een albasten flesje met geurige olie. Hé, dat klinkt dan weer bekend. Het doet denken aan Maria van Bethanië die Jezus' hoofd zalft. Dit tot ontsteltenis van de leerlingen. Zoveel olie gebruiken is je reinste verspilling. Maar Lukas vertelt een ander verhaal. Niet over Maria van Bethanië, maar over een anonieme vrouw. Vanwege haar achtergrond denken mensen aan Maria Magdalena, wie zal het zeggen. In ieder geval zoekt deze vrouw het lager bij de grond, omdat zij ook lager bij de grond leeft. Misschien wilde ze wel Jezus' hoofd zalven, maar ze komt er niet bij. Hij ligt aan aan de maaltijd. En ze komt uit bij zijn voeten. Ze huilt. Haar tranen wassen zijn voeten en ze droogt ze af met haar haren. Haren die niet netjes zijn opgestoken, maar loshangen, wat symbool staat voor haar losbandig leven. Met de olie die ze meebracht zalft ze zijn voeten. Een wonderlijke gebeurtenis.

Testcase voor Jezus, of voor ons?
De Farizeeër Simon kijkt er met argusogen naar, en maakt hier een testcase van voor Jezus: als Jezus een profeet is weet hij wat voor vrouw dit is en kickt hij haar met dezelfde voeten weg. Maar Jezus maakt er een testcase van voor Simon.
Hij zegt: 'Simon, als twee mensen schulden hebben. De één een kleine, de ander een grote. Ze kunnen beiden hun schuld niet inlossen. Dan worden hun schulden kwijtgescholden. Wie is er dan het meest dankbaar?' Degene met de meeste schulden natuurlijk. 'Precies', zegt Jezus. 'Daarom zeg ik je: haar zonden zijn haar vergeven, al waren het er vele, want ze heeft veel liefde betoond; maar wie weinig wordt vergeven, betoont ook weinig liefde.' En vervolgens zegt Jezus tegen de vrouw: 'Uw zonden zijn u vergeven' en 'Uw geloof heeft u gered; ga in vrede'.

Liefde is de verbinding tussen God en mens; we worden vergeven
Wat heeft deze voetwassing met geloof te maken? Hier in deze voetwassing komen God en mens heel dicht bij elkaar. Het is een heel intiem gebeuren. Zoals je ook niet iedereen aan je voeten laat komen. Het is een daad van liefde, waar ook Petrus in het Johannesverhaal voor terugschrikt. 'U mij de voeten wassen, dat nooit!' En het is liefde, die gewekt wordt door het besef vergeven te worden. Niet als genoegdoening of terugbetalen, maar vanuit diepe dankbaarheid. Van binnenuit dus. Je ziet hoe de vrouw geroerd is daar aan de voeten van Jezus. Het besef dat we vergeven worden mag ons dankbaar stemmen. En dat is vergeving voor veel meer dan we op het eerste gezicht kunnen bedenken. Er gaat van alles mis. We bedekken het met de mantel der liefde, of we vegen het onder het tapijt. En we gaan door. That's life. En kom dus ook vooral niet met kritiek. Maar het gaat er niet om wat we fout doen, aan de buitenkant, waar we met opgeheven vinger bij zouden kunnen staan. Nee, het gaat om de gebrokenheid, in jouw hart, in mijn hart. De gebrokenheid van het leven. Door gebeurtenissen, breuken in relaties, onmacht, gegroeid wantrouwen in mensen, in het leven. Pijn, met je meegedragen in het leven, met een oorzaak, bekend of onbekend, maar ver weg, die blijft steken of steeds onverwacht en ongelegen de kop op steekt. Dat wat je graag weggepoetst zou zien, zodat je vrijer kan leven. Ontspannender, vrolijker, minder belast. En dat kan van alles zijn. In ieder geval hebben we er ook zelf een aandeel in. En wat zou het fijn zijn daarvan bevrijd te zijn. Meer mens te zijn, jezelf te zijn. Die vrede kan je niet toegezegd worden. Die vrede moet van binnenuit groeien.


Geloof geeft vrede met onszelf en met God
'Ga in vrede' zegt Jezus. Hier is een mens heel dicht bij God geweest. Zo dichtbij dat haar tranen kwamen. Elke waardigheid legde ze af, en ze droogde de tranen zelfs af met haar haren. Hier was een vrouw puur mens. Dat is geloven. Je leven in handen leggen van God aan de voeten van een ander. In dankbaarheid dat God weet wat ons kwelt, en het van ons afneemt. In die dankbaarheid is het Avondmaal in die betekenis een eucharistie, een dankzegging. Dank u wel God, we hadden het nooit gedacht, maar we kunnen weer leven als vrije mensen. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten