zaterdag 12 april 2014

Is wat ik verdien ook van mij? (preek 23 maart 2014)


Beluister de preek op Kerkomroep

Als je door sommige verre landen reist, dan vraag je je wel eens af wat voor toekomst de mensen daar hebben. De schamele hutjes, of zelfs krotten, herbergen soms meer mensen dan wij in onze grote huizen. Een woonkamer is tegelijkertijd de enige slaapkamer. Privacy hebben ze daar niet. Het riool, als dat er al is, is een open riool, dat door de hutten naar de dichtsbijzijnde rivier loopt. De kleren die mensen aanhebben, hadden wij allang weggegooid. Het lijkt een totaal andere wereld te zijn. Maar tegelijkertijd word je verrast door toch ineens ergens een televisie te zien. Of hangt er in een schamel ingerichte woning ineens een poster van een Westerse topvoetballer. De ene wereld is klein geworden. Maar de leefomstandigheden van deze mensen staan ver van ons af. Omstandigheden waarin het moeilijk lijkt iets op te kunnen bouwen. Waar kinderen al blij zijn met een pen, ongeacht of ze naar school kunnen of niet. En waar veiligheid een luxe is.

En dat terwijl er maar één wereld is. Maar er is een wereld van verschil tussen hoe wij kunnen leven in die wereld en hoe anderen ver weg kunnen leven. Ook de kinderen in India, die door onze kerken gesteund worden met donaties voor de bouw van een kindertehuis.

Wat voor wereld krijgen we cadeau?
Jezus stelt de wereld en alle mogelijkheden die we daarin hebben voor als een wijngaard. Vruchtbaar land met planten die mooie en lekkere vruchten kunnen voortbrengen. Wat is dat voor wijngaard?
Het is een wijngaard die er al was voordat wij bestonden. We kregen hem cadeau. Een wereld waarin we naar school kunnen. En zo kunnen leren waar we goed in zijn, en ons verder kunnen ontwikkelen. Een wereld waarin we muziek kunnen luisteren en muziek kunnen maken. Zingen, spelen, misschien in een band of een orkest, of een koor. Een wereld waarin we kunnen sporten en zo ons lekker kunnen uitleven, gezond kunnen blijven, plezier kunnen hebben. Een wereld waarin we kunnen gamen, chillen, uitgaan, dansen, naar concerten gaan, op vakantie gaan.

Die wereld, daar plukken wij de vruchten van. En zo gauw je je eerste geld zelf gaat verdienen met baantjes, of omdat je thuis iets krijgt voor klusjes, dan krijg je het gevoel dat je het ook echt hebt verdiend. Je hebt ervoor gewerkt!  Om uit te kunnen gaan, of de kleren te kopen die jij leuk vindt. Op vakantie te gaan naar de bestemming die jij wilt, en met de vrienden met wie jij op vakantie wilt gaan. Fantastisch en welverdiend! Je hebt er hard voor gewerkt en hard voor gespaard. En met een beetje goede wil, ook hard voor geleerd...

Is wat je verdient ook van jou?
En stel nu eens, dat er dan iemand komt zeggen: ik kom de vruchten van de wijngaard ophalen. Daarmee bedoelt Jezus dat iemand zou komen zeggen: ik kom het geld ophalen dat je verdiend hebt, en de dingen die je gekocht en gekregen hebt, want daar heb ik recht op. Zo iemand zou je gauw de deur uit zetten, denk ik. Jij hebt het toch verdiend allemaal, dus hoezo komt iemand anders je loon opeisen? Je werkt toch zelf hard voor je diploma, en zelfs als je je vakantie cadeau krijgt, dan heb jíj het toch verdiend en gekregen?

Wat komen die knechten doen in het verhaal van die wijngaard? Komen ze inderdaad de vruchten van het werk van de wijnbouwers opeisen, afpakken? Wordt het ze niet gegund dat ze genieten van het resultaat waar ze hard voor hebben gewerkt? Daar gaat het hier niet om. Waar het wel om gaat is dat de wijnbouwers beseffen dat zonder de wijngaard van de eigenaar ze nooit die vruchten hadden kunnen oogsten. En dat voelen de wijnbouwers als de knechten en zelfs de zoon de oogst komt opeisen. Ze voelen dat ze niet zelf kunnen beschikken over de oogst, maar dat ze hem moeten delen. En daar hebben ze geen zin in. Het is zelfs zo erg dat als ze de zoon zien aankomen, dat ze dan denken: mooi, dat is de erfgenaam. Als we hem nu doden, dan heeft de eigenaar geen toekomst meer, en worden wij vanzelf eigenaar van de wijngaard. En mogen we doen en laten wat we willen met de wijngaard en de oogst.

Dat ziet eruit als een wereld waarin iedereen voor zijn eigen gewin gaat. Waarin iedereen alles doet om er zelf beter van te worden. Een wereld waarin mensen worden uitgebuit. Behandeld worden als moderne slaven. Een wereld waarin de aarde wordt uitgeput. En dan maakt het niet uit wat anderen nodig hebben, of wat de aarde nodig heeft om te kunnen blijven voortbestaan, maar gaat het enkel om jezelf.

Maar draait de wereld om jezelf? Jezus wil met dit verhaal laten zien dat we alles hebben gekregen van God. Zonder wijngaard is er geen oogst. Zonder alle mogelijkheden die wij hebben om naar school te gaan, te sporten, te werken, muziek te maken, uit te gaan, zouden we onze resultaten niet kunnen halen en zouden we er niet van kunnen genieten.

Iedereen is van de wereld en de wereld is van iedereen
Wat betekent dat? Dat betekent in het verhaal dat de oogst niet van de wijnbouwers is, maar van de eigenaar van de wijngaard. Maar dat betekent niet dat de wijnbouwers de oogst nu kwijt zijn en weg moeten gooien. Het betekent dat de oogst ten goede moet komen aan de wijngaard en allen die daarin werken. De oogst moet dus iedereen ten goede komen. Ons loon moet iedereen ten goede komen. Want: iedereen is van de wereld en de wereld is van iedereen. Ook van de kasteloze kinderen, waar de ambassadeurs zich voor inzetten. Kinderen die door hun afkomst veel minder of zelfs geen mogelijkheden hebben om wat van hun leven te maken. De wereld is ook van hen. En ook zij mogen profiteren van onze rijke mogelijkheden en rijke oogst. En de wereld is dus ook van Marokkanen, en ook zij mogen delen in de mogelijkheden en de rijkdom die hier te vinden is. Met alle rechten en natuurlijk ook alle plichten die daarbij horen. Voor niets gaat de zon op en iedereen moet doen wat hij kan, en vooral ook laten wat we hebben afgesproken dat we niet tolereren. Maar geen enkele groep mensen is superieur aan de ander en kan de wereld, of een deel van de wereld, een land, voor zichzelf opeisen. De wereld is van God. En iedereen is van de wereld, dus de wereld is van iedereen.

Zo mag iedereen gezien worden in de wereld. Iedereen mag dat beetje bekendheid hebben, want iedereen is gekend door God. Iedereen mag bestaan. Iedereen is van de wereld en de wereld is van iedereen. Struikel daar niet over, zegt Jezus. Struikel niet over mij. Over mij? Ja, want wat je voor een arme doet, doe je ook voor mij. En als je een arme negeert, dan negeer je mij, de zoon van de eigenaar van de wijngaard. De zoon van de eigenaar van de wereld.


Als we delen wordt het meer meer meer
Delen. Dat is dus belangrijk in de wereld. Delen van wat we zelf hebben verdiend, natuurlijk. Maar wat we hebben kunnen verdienen omdat we de mogelijkheden kregen. En daarom is het goed om te delen. Want door te delen wordt het niet minder..., maar alleen maar meer!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten