zaterdag 12 april 2014

Wat verlang je van de stilte? (preek 9 maart 2014)


Beluister de preek op Kerkomroep

Het lijkt wel erg vroeg dit jaar om het verhaal van de intocht in Jeruzalem te lezen. In andere jaren is dit het verhaal van de zondag voor Pasen, Palmpasen. En dan komen de kinderen met hun palmpasenstokken de kerk in. Versierde kruisen als opmaat voor de Stille Week. Maar zover is het nu nog lang niet. We zijn nog maar net begonnen aan de voorbereidingstijd van 40 dagen voor Pasen. Langzaam maar zeker leven we toe naar het diepte- en het hoogtepunt van het verhaal over Jezus. Zijn dood aan het kruis en zijn opstanding uit de dood. Ook zover is het nog lang niet, maar we nemen dit jaar wel wat meer tijd voor de weg daar naartoe. De volle veertig dagen. Er gebeurt in het bijbelverhaal over Jezus zoveel na de intocht in Jeruzalem en voordat de finale begint, dat we het verhaal van Mattheüs wat uit elkaar trekken. En dus beginnen we vandaag met het verhaal van de intocht in Jeruzalem. Het is ook veel aannemelijker dat in de tijd gesproken de intocht veel eerder plaatsvond dan een week voor Pasen. Daar zeggen de evangelisten niets over. Sterker nog, ook zij besteden nog vele hoofdstukken aan wat er daarna gebeurt. Dus als we dit verhaal even losweken van de Stille Week, dan krijgen we de kans het verhaal voor zichzelf te laten spreken, zonder dat het meteen een opmaat is naar de dramatische finale van de Stille Week.

Wat voor feest vieren de mensen in Jeruzalem tijdens de intocht?
En als we dan het verhaal losweken van de Stille Week voor Pasen, dan komen we voor de vraag te staan in welk feestgedruis Jezus dan eigenlijk terecht komt. Mensen zingen uit een psalm: 'Gezegend Hij die komt in de naam van de Heer. Hosanna in de hemel!' Dat suggereert dat er mogelijk al een feest aan de gang was. En dat zit volgens mij ook in het hoofd van velen; dat mensen naar Jeruzalem voor het Paasfeest. Maar dat zou wat erg vroeg zijn. En de evangelisten zeggen daar ook niets over. Sterker nog, ze hebben eerst nog heel veel te vertellen. Het is niet onmogelijk dat hier in Jeruzalem het Loofhuttenfeest aan de gang is. Een feest dat inderdaad een maand of zeven eerder plaatsvindt. Een feest dat van oorsprong een landbouwfeest is en gehouden wordt op het moment dat de veldvruchten geoogst worden: druiven en zo. Het feest is in het teken komen te staan van de herinnering aan de veertig jaren dat het volk Israël na de uittocht uit Egypte door de woestijn zwierven en in hutten woonden. Het wonen in loofhutten tijdens dit feest herinnert daaraan. Maar meer nog worden volgens sommige bijbelgedeelten takken van klimop, groenen takken en palmtakken gebruikt voor een vrolijke processie. Een processie, een optocht, die nu doet denken aan waar Jezus in terecht komt bij zijn intocht. In de tijd van Jezus ging men voor dit Loofhuttenfeest ook naar de tempel in Jeruzalem. Allemaal puzzelstukjes die niet automatisch in elkaar passen, maar helemaal onmogelijk is het ook niet.

Waar verlangen de mensen naar?
Wat hebben we daaraan als we het verhaal van de intocht in Jeruzalem van Jezus lezen? We kunnen beter gaan begrijpen waar de menigte naar verlangt. Of misschien nog meer: waar de evangelist Mattheüs ons, zijn hoorders, naar wil laten verlangen.
Want in die menigte zullen ongetwijfeld mensen zijn die verlangen naar de bevrijding van het juk van de Romeinse bezetter. Maar dan hebben ze niet goed gekeken wie er binnenkwam. Het is geen Poetin, die met anoniem strategisch machtsvertoon de wereld voor een voldongen feit stelt. Het is iemand op een ezel. En een ezel staat in de bijbel bekend als een nederig dier. Iemand die daarop zit komt niet om macht uit te oefenen, maar om te dienen. In tegenstelling tot iemand op een paard: die komt voor de macht. Maar Jezus komt om te dienen.

Verlangen naar wat voor bevrijding?
Waar dient deze Jezus dan voor? Met het zingen van de lofpsalm en het zwaaien van de takken uiten mensen hun verlangen dat Jezus hen bevrijdt. De psalm zingt: 'Dit is de dag die de Heer heeft gemaakt, laten wij juichen en ons verheugen. Heer, geeft ons de overwinning, Heer, geef ons voorspoed.' Die vertaling is een beetje misleidend. 'Geef ons de overwinning' klinkt nog steeds machtsbelust. En dat staat er dus ook niet. Er staat: 'Breng toch bevrijding, laat het toch gelukken.' Dat is heel wat anders. Een overwinning is net zo vluchtig als een gouden schaatsmedaille, en de week erop gediskwalificeerd worden. En net zo vluchtig als dat de Krim 'voor eeuwig' bij Oekraïne of Rusland hoort. Zo'n overwinning zoeken wij toch niet in ons leven? Op collega's of concurrenten die ons dwarszitten of aan wie we een hekel hebben? En ook toch niet in de verkiezingen om af te rekenen met partijen die haaks op onze standpunten staan? Of op wie ons pijn bezorgt, of last? Of zoeken we een overwinning in een nieuwe wapenwedloop met de Russen? Gaat het ons om overwinning op mensen, zelfs voor onze idealen, dan zullen we altijd bedrogen uitkomen. Want overwinningen zijn vluchtig. En voor je het weet neemt een ander weer wraak of zet hij zijn hakken in het zand, en ben je nog verder van huis.

Wat voor bevrijding verlang jij?
Wat voor bevrijding verlang je? Bevrijding gaat een slag dieper dan overwinning. En dat zien we ook in het woord Hosanna. In de basis betekent dat 'help toch', 'breng ons toch redding'. En dat wordt pas een vreugderoep in het licht van bevrijding. Een vreugde vanwege echte verlossing. Niet een tijdelijke overwinning op machten of moeilijkheden. Maar echte verlossing. Uit die woestijn die het leven kan zijn. Diezelfde woestijn waarin het volk rondzwierf en God ze doorheen leidde. Waar het Loofhuttenfeest aan herinnert. En ook bevrijding uit die constante pijn die je kwelt, of die onverwacht weer eens op kan duiken, in je ziel, of in je lijf. De gebrokenheid van het leven, die zich soms zo scherp kan laten voelen dat het allemaal niet klopt. Ondanks wat je eraan doet. Of dankzij wat je eraan gedaan hebt. Bevrijding ook van constante onrust, in je hoofd, in je lijf. Je ontworteld voelen door het voortjagen van de tijd en van alles wat kan en mag. De herinnering aan wat niet goed was aan misbruik, geweld en oude angst, die zomaar om de hoek kan komen kijken. Kortom, alles wat onze ziel onrustig maakt, en waarvoor we in alle lawaai verlangen naar stilte, daar gaat die bevrijding over.

Verlangen naar stilte na de storm
Verlangen naar stilte, ook dat is zo dubbel. Want hoe stiller het wordt, hoe harder et op je af kan stormen. Maar bij de bevrijding door Jezus gaat het om de stilte na die storm. En er staat nog veel storm te wachten in het verhaal over Jezus. Het liedje voor het songfestival van Waylon en Ilse de Lange heet Calm after the storm, en zou zomaar over Pasen kunnen gaan. Stilte na de storm. Die stilte zoeken we. Omdat die ons weer even met beide benen op de grond zet. Ons minder doet zweven en vliegen achter alle vluchtige overwinningen. Uiteindelijk is de overwinning op de ander niet de sleutel tot bevrijding, maar de overwinning op onszelf. Dat is het stillen van de storm in ons. Het helen van de pijn. Het verlossen van schuld en schuldgevoel. Het doorbreken van doodlopende wegen. Een bevrijding die we niet kunnen bewerkstelligen door overwinningen op anderen die we zelf behalen, maar door een bevrijding die Jezus zal bewerkstelligen. Op weg naar Pasen. Door al het rumoer dat zal losbarsten heen, en alle duidelijke taal die gesproken zal moeten worden. Zelfs door de dood heen. Gezegend Hij die komt in de naam van de Heer. Hosanna in de hemel.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten