Beluister de preek op Kerkomroep (tot zes maanden na de dienst)
In de afgelopen week kwam vermeende kritiek op onze koning van
onze landelijke kerk in het nieuws. Hij zou God meer moeten noemen. Dit korte
nieuwsitem ging voorbij aan de kern van het interview. Wat onze kerk naar voren
wil brengen in al zijn activiteiten
is dat we moeten leren durven over God te spreken. Niet omdat we het beter
weten of anderen daarmee uit willen sluiten. Geloof geeft wel houvast, ook in
de ontmoeting met de ander. "Ik kom in dat contact met hem niet verder,
als ik over mijn eigen bronnen zwijg" zegt voorzitter ds. Karin van den
Broeke in de volledige
versie van het interview met NRC. De stelling van de preek is: We doen onszelf en God tekort als we
niet over hem spreken.
Geloof bewijst zich
Afgelopen woensdag
gebeurde er in deze kerk iets bijzonders. Gelovigen en mensen die geloof en zin
zoeken kwamen in grote getale af op de uitnodiging van de Raad van Kerken om in
een gebedsdienst stil te staan bij het geweld in de wereld, en troost en
bemoediging te zoeken bij God en bij elkaar. Zes voorgangers uit verschillende
kerken gingen voor, en verschillende muzikanten en andere medewerkers hielpen
spontaan mee. Aanleiding voor de viering was de behoefte die we voelden om alle
emoties bij het geweld in de wereld een plek te geven. En te bidden voor vrede.
Al het geweld in Irak, ook tegen onze geloofsgenoten, maar ook in Syrië,
Israël, Gaza, Oekraïne en op zo veel andere plekken in de wereld geeft een
machteloos gevoel. Waar kun je met je gevoel naartoe? Geloof bewijst zich op
zulke momenten als een houvast en een bron van hoop. Het brengt zelfs mensen
samen die nog nooit met elkaar het geloof hebben gevierd of die al lange tijd
niet in een kerk zijn geweest. Hier staat de kerk in haar kracht. Om geloof te
voeden dat bergen kan verzetten en het niet laat bij het lijden in de wereld,
en onze emoties daarbij. We werden even collectief gedragen en bemoedigd door
het zingen, de gebeden, de woorden, het samenzijn.
De kracht van geloof wordt onderschat - de tempel kan God niets schelen
Deze kracht van
de kerk wordt onderschat. Of: de kracht van het geloof wordt onderschat. In
eerste instantie door onszelf. Want kerk lijkt voor veel mensen steeds minder
belangrijk te worden. Prioriteiten liggen om zeer uiteenlopende en allemaal
even begrijpelijke redenen elders. Dat is niet erg voor de kerk. Want de kerk
bestaat niet voor zichzelf. En God zorgt wel voor zijn kerk. Maar het is wel
erg voor onszelf.
Want terwijl we onze eigen gang gaan in al onze eigen drukte verwachten we wel dat die kerk blijft bestaan, in wat voor vorm dan ook. Jeremia waarschuwt ervoor. Wie meeleest in zijn bijbel kan mee terugkijken in hoofdstuk 7, waar Jeremia zegt: 'Vertrouw niet op die bedrieglijke leus: "Dit is de tempel van de Heer! De tempel van de Heer! De tempel van de Heer!"' De mensen tot wie Jeremia zijn woorden richt nemen de tempel aan als een bezit en een verzekering. Voor hun eigen leven, waarin ze alles doen wat afwijkt van de weg van God. Dat wil zeggen: ze zijn met alles bezig, behalve met hun basis, hun bron. En weet je, die tempel kan God eigenlijk niet eens zoveel schelen. Natuurlijk raakt het hem in de relatie die Hij met zijn volk heeft. Natuurlijk. Maar het gaat Hem niet om Hemzelf, of om die tempel. We moeten niet voor Hem naar die tempel komen, of naar de kerk komen. Welnee. Als het daarvoor is, breekt God net zo lief die tempel af, net zoals Hij deed met het heiligdom van Silo, zoals Jeremia vertelt in vers 12. Als mensen hun eigen gang gaan, doet dat God pijn. 'Maar', schrijft Jeremia, 'treffen ze mij daarmee? - spreekt de Heer. Treffen ze niet eerder zichzelf, tot hun eigen schande?'
Want terwijl we onze eigen gang gaan in al onze eigen drukte verwachten we wel dat die kerk blijft bestaan, in wat voor vorm dan ook. Jeremia waarschuwt ervoor. Wie meeleest in zijn bijbel kan mee terugkijken in hoofdstuk 7, waar Jeremia zegt: 'Vertrouw niet op die bedrieglijke leus: "Dit is de tempel van de Heer! De tempel van de Heer! De tempel van de Heer!"' De mensen tot wie Jeremia zijn woorden richt nemen de tempel aan als een bezit en een verzekering. Voor hun eigen leven, waarin ze alles doen wat afwijkt van de weg van God. Dat wil zeggen: ze zijn met alles bezig, behalve met hun basis, hun bron. En weet je, die tempel kan God eigenlijk niet eens zoveel schelen. Natuurlijk raakt het hem in de relatie die Hij met zijn volk heeft. Natuurlijk. Maar het gaat Hem niet om Hemzelf, of om die tempel. We moeten niet voor Hem naar die tempel komen, of naar de kerk komen. Welnee. Als het daarvoor is, breekt God net zo lief die tempel af, net zoals Hij deed met het heiligdom van Silo, zoals Jeremia vertelt in vers 12. Als mensen hun eigen gang gaan, doet dat God pijn. 'Maar', schrijft Jeremia, 'treffen ze mij daarmee? - spreekt de Heer. Treffen ze niet eerder zichzelf, tot hun eigen schande?'
Ik probeer heel
voorzichtig te zijn in mijn verwoordingen, want ik wil pertinent voorkomen dat
iemand het idee krijgt dat hij of zij te weinig overheeft of geeft voor de
kerk. Het gaat mij erom dat geloof en kerk zo'n kracht bezitten dat je jezelf
tekort zou doen als je dat niet aanpakt. En niet omwille van de kerk, maar voor
jezelf en voor God. Want God gaat het om ons, om jou. Hoe onderhoud je je bron
die je beschermt in angst, die je steunt in je kracht, om het verschil te
maken, die je zelfvertrouwen geeft dat je er mag zijn en een mooi mens bent,
die je leven niet beperkt tot de ziekte die je hebt, maar je mens laat zijn in
de kracht die in je schuilt, die niet opgaat in de waan van de dag, maar
voeding geeft aan creativiteit, die niet in wij en zij denken verzandt, maar
zoekt naar wat mensen bindt in plaats van scheidt? Daarvoor is iets van kerk
nodig. Hoe dat kerk zijn er dan uit ziet, is vers 2. Maar het vraagt allereerst
om een besef dat we niet zonder geloof kunnen. En dat geloof onderhouden moet
worden. Niet omwille van iets anders, ook niet om wille van de kerk, maar
omwille van dat geloof. Wil je dat behouden, of niet?
Gebrek aan geloof vergroot het lijden - en niet andersom
De leerlingen
van Jezus zitten weer eens met hun handen in het haar. Zij kunnen een maanzieke
jongen niet genezen. Hij lijdt er erg onder. Jezus zegt dat het hen niet lukt hem
te genezen vanwege hun gebrek aan geloof. Gebrek aan geloof houdt blijkbaar
lijden in stand. Luister goed, niet andersom hè? Je lijdt niet door een gebrek
aan geloof. Gebrek aan geloof houdt wel lijden in stand. En het brengt Jezus'
lijden ook nog eens dichterbij. Lees daarvoor het verhaal in zijn gehele
hoofdstuk. Kijk eens naar het begin van het hoofdstuk 17 bij Mattheüs. Jezus
staat dan nog met Mozes en Elia op de berg. En uit een wolk klinkt een stem die
over Jezus zegt: 'Dit is mijn geliefde Zoon, in Hem vind ik vreugde. Luister
naar Hem!' Daarna zien de leerlingen niemand meer, behalve Jezus, en ze dalen
de berg af. Het verhaal over de maanzieke jongen maakt deel uit van die
afdaling. Een afdaling die na dit verhaal eindigt met de tweede
lijdensaankondiging: 'De Mensenzoon zal uitgeleverd worden aan de mensen. Die
zullen hem doden, maar op de derde dag zal hij uit de dood worden opgewekt.'
Het is eigenlijk Jezus' antwoord op zijn eigen vraag als hij zegt over de
onmacht om de maanzieke jongen te genezen: 'Hoe lang moet ik nog bij jullie
blijven? Hoe lang moet ik jullie nog verdragen?' Niet echt vriendelijke
woorden. Een arts die zo begint als hij in de wachtkamer zijn assistenten
toespreekt, zou je meteen mijden. Van Jezus is het een verzuchting. Gebrek aan
geloof houdt lijden in stand. Lijden dat hijzelf ook zal ondergaan. Maar waar
het niet bij blijft, omdat God dat lijden niet in stand wil houden, maar wil
doorbreken. Daarom zegt Jezus ook aan het einde van de lijdensaankondiging:
'Maar op de derde dag zal hij uit de dood worden opgewekt.'
What Would Jesus Do? Geloof dat bergen kan verzetten
Wij lijden veel
in ons leven. Meer dan we soms willen toegeven. Niet alleen aan ziekten, maar
vooral ook aan angsten en onzekerheid. En er is nogal wat onzeker. In het klein
over tal van beslissingen, of je die wel goed genomen hebt, en over werk en
inkomen, relatie en vriendschappen, kinderen en ouders. Maar ook groter over de
situatie in de wereld, hoe groot en onoverzichtelijk die is geworden, en hoe
verschillende wereldbeelden en religies botsen. Ver weg, en dichtbij. Genoeg om
ons zorgen over te maken; wat moeten we dan met geloof? Een bijna
onvoorstelbare vraag, die veel mensen zich denk ik wel stellen. Geloof is wel
belangrijk, maar geeft niet de doorslag. Want er zijn zoveel andere
overwegingen en prioriteiten. En Jezus, hij gunt het ons dat geloof wèl de
doorslag geeft. En nee, niet voor de kerk, maar voor jezelf. Laat geloof de
doorslag geven. Ik zag laatst een film waarin dat op een typisch Amerikaanse
wijze werd verwoord: vraag je bij alles af: WWJD, What Would Jesus Do? Als dat
werkt voor je, goed: vraag je af: wat zou Jezus doen? Of anders: wat vertelt
mijn geloof over waar ik mee bezig ben, en voor welke keuze ik sta? Welke
houding kan ik vanuit mijn geloof aannemen tegenover alle onzekerheid in mijn
leven en in de wereld? En waarin weerspreekt mijn geloof misschien mijn eerste
reflex? Om me af te zetten tegen mensen, of als een berg ergens tegenop te zien.
Geloof doet je beseffen dat je er niet alleen voor staat, en dat geloof iets
vermag. Dat je zelfs bergen kunt verzetten. Die berg, zegt Jezus, diezelfde
berg als waar Jezus met Mozes en Elia op stond. Mozes en Elia vertelden het
volk: luister naar God. En in de wolk klonk die stem van God: luister naar hem,
naar Jezus. Want dan zal het je wel gaan.
Laat je geloof de doorslag geven
Laat je geloof
de doorslag geven. En de kerk kan daar een middel in zijn. Pak dat middel aan.
Deze week kwam onze landelijke kerk in het nieuws omdat onze voorzitter kritiek
zou hebben op de koning. Het gehele interview in NRC is genuanceerder dan de
krantenkoppen. En het dringt aan om na te denken over het uiten van je geloof.
'Wij zijn gelovig, niet kerkelijk' vertelde onze koning, toen nog kroonprins,
over zijn verhouding met zijn katholieke vrouw, onze latere koningin, Maxima.
Ik denk dat velen zich hierin herkennen. Gelovig zijn, en niet zozeer kerkelijk
zijn. En maar goed ook. Want Jezus heeft het alleen maar over gelovigen, en
niet over kerkelijken. De kerk is een middel. Maar wel om te helpen je geloof
de doorslag te kunnen geven.
Durf over geloof te spreken
Maar daarvoor
moeten we eerst weer over ons geloof durven spreken. Over God durven spreken.
De gebedsdienst afgelopen woensdag liet zien hoe belangrijk het is over geloof
te spreken in onzekere tijden. Want geloof geeft houvast. Daarin wortelt je
leven dat zich naar allerlei dingen vertakt waar je druk mee bent, en waar het
goed is dat je daarmee bezig bent. Maar zie dat geloof je helpt om al die
ballen in de lucht te houden, om te kunnen leven in onzekerheden en lijden.
Besteed aandacht aan die bron, want zo onderhoud je je geloof, en je leven. Verga
je niet in de achtbaan die het leven kan zijn. En: heb je houvast in zorgen om
de toekomst.
Je hoeft niet over geloof te zwijgen; het maakt leven mogelijk
We zijn
terughoudend geworden om over geloof en over God te spreken. Vaak weten we het
niet of verschuilen we ons achter twijfel - waarom zou je je daarachter moeten
verschuilen, dat is juist een reden om erover te spreken! En ook zeggen we
politiek correct dat anderen iets anders geloven, dus waarom zou ik daar iets
over moeten willen zeggen? Of het nu handig gecommuniceerd was of niet, waar
onze kerk via onze koning ons allemaal op wil aanspreken is voor je geloof te
durven uitkomen. Niet uit misplaatste vroomheid, maar omdat geloof de kern van
je wezen uitmaakt. Die kern wil je toch niet verwaarlozen? Dat is je bron, je
basis. Waarom dat onder het tapijt vegen uit misplaatste bescheidenheid of
politieke correctheid? Omdat we daar de ander mee in een hoekje duwen? Ik denk
dat de afgelopen gebedsdienst juist heeft laten zien dat als we niet over onze
bronnen zwijgen, we elkaar kunnen bemoedigen. En dat dit ook zo werkt in het
contact met andersgelovigen. Onze landelijke voorzitter zei: 'Ik kom in dat
contact niet verder, als ik over mijn eigen bronnen zwijg.'
Juist in een
tijd waarin religie onderdeel dreigt te worden van spanningen, ook in ons eigen
land, is het noodzakelijk dat we niet zwijgen over onze eigen bronnen. Niet om
een ideologische strijd aan te gaan, maar juist om te laten zien dat geloof
ergens anders voor staat. En niet uit een goed bedoeld multiculturalisme, dat
iedereen mag zijn wie hij is, als niemand zich er maar mee bemoeit, maar uit
diepgeworteld geloof. En dat we daarin verbinding zoeken met God, in onszelf,
en met de andere medelovigen, en met andersgelovigen.
De kerk is
daarin een middel. En ik ben blij te zien hoeveel mensen dat middel aangrepen.
Dat vormt ook de kerk. Mede door inzet van niet-kerkelijke gelovigen. Daarvoor
is de kerk bedoeld: voor gelovigen. En ik wens ieder toe dat de kerk een middel
kan zijn om dat geloof te versterken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten