donderdag 25 december 2014

Wat betekent het voor mijn kwetsbaarheid dat Jezus in een stal is geboren? (preek kerstmorgen)


Als ik door de vele jaaroverzichten blader of zapp, dan vallen me veelvuldig beelden op van schamele hutjes waarin mensen hun onderkomen zoeken. Omdat ze op de vlucht zijn, soms al een hele tijd. En ik zie de hutjes in de gebieden waar Ebola heerst. Waar deze ziekte ervoor zorgt dat mensen nog armer worden omdat met de doden ook allerlei middelen van bestaan verdwijnen. Het zijn deze schamele hutjes die mijn beeld vormen van de stal waarin Jezus geboren is. Het is niet voor niets dat Jezus in een stal geboren werd. Ja, er was geen plaats in de herberg. Dat was de praktische reden. Maar als de bijbel iets vermeldt, dan is dat niet alleen vanwege een praktische reden, maar ook omdat het een betekenis heeft.

De stal is een erg kwetsbare plek om in geboren te worden. Zeker als je ziet hoe wij met ongelofelijk veel zorg de geboorte van onze kinderen omringen, dan is de stal een erg primitieve plek, en kwetsbaar. Waarom zou God daar zijn Zoon geboren laten worden? Je zou kunnen antwoorden: waarom niet? Er zijn zoveel mensen die in enorm kwetsbare omstandigheden geboren worden, én moeten leven. Het is dát leven dat God wil leven, om zo de kwetsbaarste mensen nabij te zijn. Want onze hulp kunnen we alleen van God verwachten, als Hij ook weet hoe het leven kan zijn. En Jezus leeft vanaf het begin volop dát leven, ons kwetsbare leven. Hij weet hoe het leven kan zijn. En wat naastenliefde betekent.

Wat betekent naastenliefde? 
Een rabbijn vertelde zijn leerling het volgende verhaal: 'Wat ware naastenliefde is, heb ik ooit geleerd van twee dronken boeren in een herberg. De ene zei: "Zeg me, beste Iwan, hou je van me?" De tweede zei: "Natuurlijk, ik ben al jaren je beste vriend. Dat weet je toch?"
De eerste zei vervolgens: "Zeg dan, beste vriend, waar ik pijn heb!" De tweede zei op zijn beurt: "Hoe kan ik dat weten, als je het me niet zelf vertelt?" De eerste zei tenslotte: "Als je niet weet waaraan ik lijd, hoe kan je dan zeggen dat je werkelijk van me houdt?"
'Kijk,' zei de rabbijn tegen zijn leerling, 'je kunt niet werkelijk van iemand houden, als je niet weet waaraan hij lijdt.'

Wat doen we met elkaars pijn?
Een van de meest ondraaglijke dingen is om iemand waarvan je houdt pijn te zien hebben. Pijn in het lijf, of pijn in de ziel. Het raakt jezelf ook. Je zou willen dat de ander geen pijn meer heeft. Veel mensen hebben de neiging om het dan te willen oplossen voor de ander. Of te verklaren. Omdat de verklaring aan het licht brengt dat het vanzelf een keer overgaat, of dat dat nu eenmaal de consequentie is van wat je zelf hebt gedaan, of van een behandeling die je moet ondergaan, of een kwaal die je hebt. Alsof het weten van de oorzaak de pijn wegneemt...

We willen de pijn van een ander oplossen of verklaren, natuurlijk omdat we om die ander geven, maar ook omdat dat onszelf gemoedsrust geeft. We worden onrustig wanneer onze naasten pijn hebben. En zijn geneigd telkens te vragen: is het al over? Maar is dat naastenliefde?

Het erge is dat we vaak elkaars pijn niet eens weten. Omdat we er niet naar vragen, en omdat we het niet zeggen. We vinden het gauw gezeur. Niet klagen, maar dragen, en bidden om kracht. Ja... Als Jezus' geboorte in de stal iets betekent, dan is het wel dat die vlieger niet op gaat.  God had ervoor kunnen kiezen Zijn zoon op een andere minder kwetsbare plek geboren te laten worden. Maar God wilde onze kwetsbaarheid kennen en doorleven. Als een zichtbaar teken van Zijn liefde.

Wat doe je als je pijn negeert?
Veel mensen gaan kwetsbaar en gekwetst door het leven. Vanwege ziekte of vanwege dingen die er gebeurd zijn. Zien we die pijn ook echt? Als we die pijn al zien, zijn we gauw geneigd die pijn te negeren. Juist ook omdát we er niets aan kunnen doen. Maar betekent dat dat we het er maar niet meer over moeten hebben? Natuurlijk, je kunt het er niet constant over hebben. En de vraag is zelfs óf je het expliciet erover moet hebben om het te zien. Het resultaat is echter vaak dat we erover heen stappen en er geen rekening meer mee houden. Dat bepaalde dingen moeilijk zijn, om te horen, of te doen. Dingen die je niet meer kan. Dingen die je bepalen bij waar je pijn aan hebt ondervonden in het verleden. Of dat je maar gewoon gezellig mee moet doen alsof er niets meer aan de hand is. Op allerlei manieren zijn we in staat om de pijn van onze naasten niet alleen te negeren, maar ook echt opzij te duwen. En daarmee duwen we onze naasten ook weg. Er is niets zo moeilijk als omgaan met de pijn van iemand die je lief is. Maar negeren betekent dat je je naaste wegduwt. En dat doet pas echt pijn.

Onze pijn bepaalt niet alles 
Nou is God de laatste om die pijn alleen maar te benadrukken. Dat Jezus in de stal geboren is, is niet bedoeld om alleen maar te benadrukken hoe kwetsbaar en ellendig ons leven is, en hoeveel pijn we daarvan kunnen hebben. Natuurlijk niet. Want als iets de kern van Jezus' missie is dan is het wel te laten zien dat die pijn niet alles is en alles bepaalt. Juist in al zijn kwetsbaarheid wil hij laten zien dat die kwetsbaarheid overwonnen wordt door God. Dat kan hij alleen door onze kwetsbaarheid en pijn van binnenuit te kennen. En ons vandaar uit wegen te wijzen om van die pijn verlost te worden. We hoeven dus niet te leven vanuit onze pijn. Ons leven is veel meer dan onze pijn. Maar daar komen we alleen op uit als Jezus ook onze pijn erkent en beantwoordt.

We kunnen drie dingen niet veranderen en dat is genade: het verleden,
Jezus' antwoord is: genade. Pijn kan je voortdurend bezighouden. Maar Jezus wil het wegnemen door zijn genade. Ik hoorde in Engeland dat genade betekent dat je drie dingen niet kunt veranderen: het verleden, de waarheid en de ander. Nu klinkt dat misschien weinig bemoedigend op het eerste gehoor, dat je drie dingen níet kunt veranderen. Namelijk: het verleden, de waarheid en de ander. Maar dat is dan ook waar we veel energie aan verliezen: dat we het verleden, de waarheid en de ander zouden willen veranderen. Genade betekent dat we mogen loslaten. Dat we ons niet bezig hoeven te blijven houden met hoe het verleden is gegaan. God kent onze pijn. En het is goed. Niet omdat je er niet meer over mag zeuren, omdat het toch al lang geleden is. Maar omdat God onze pijn kent. Dat motiveert ons om steeds wanneer we aan die pijn van het verleden geraakt worden, te herinneren: het is niet gebleven bij die pijn. Ik ben er nog. We gaan er niet dood aan. Ja, we gaan er niet dood aan. Jezus heeft ook die pijn overwonnen in de dood.

de waarheid,
De waarheid veranderen we ook graag. Het is zoveel makkelijker, lijkt het, om het te negeren. Maar wat is, is er. En dat verander je niet. Ook niet de pijn die er is. En ook niet wat dat betekent voor degene die de pijn heeft. De waarheid omzeilen kost zoveel kracht en maakt het leven zo onecht. Jezus' geboorte in een kwetsbare stal liet zien wat Gods inzet is: om het leven naar waarheid te kunnen leven moet je er doorheen. Met alle pijn en kwetsbaarheid. Daar verander je niets aan. Maar je komt er wel uit. Het blijft er niet bij. Je zult merken dat het verlicht als je de pijn serieus neemt.

en de ander
Dat brengt bij het derde dat je niet kunt veranderen: de ander. Hoeveel energie besteden we daar niet aan, om de ander te veranderen? Omdat het dan voor ons makkelijker zou worden. Nou, als we iets weten dan is het wel dat het dat juist niet wordt. Wat er dan echter gebeurt is, als we de ander proberen te veranderen, is dat we de ander tot een verlengstuk van onszelf maken. En niet serieus nemen. En dat voelt de ander. Jezus werd juist in een kwetsbare stal geboren om niet vanuit de hoogte te zeggen hoe wij het anders moeten doen. Maar om van binnenuit te zorgen dat het leven anders wordt. Niet om de ander te veranderen naar ons beeld. Maar om het leven te veranderen naar Zijn beeld.


Zo neemt God ons leven serieus door in de stal geboren te worden, met een genadevolle boodschap dat we drie dingen niet kunnen veranderen: het verleden, de waarheid en de ander. Als we dat willen volgen, dan moeten we dat verleden, de waarheid en de ander onder ogen zien, én zijn of haar pijn. Dan wordt de wereld er mooier op. En ontstaat er misschien een beetje vrede op aarde. Of, in de woorden van een van mijn Facebook vrienden: "Als we morgen allemaal beginnen met 10% van de tijd en energie die we besteden met praten over anderen zouden gaan besteden voor het praten mét die ander. Hoe zou de wereld er dan volgend jaar met Kerstmis uitzien?" 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten